Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
herscheppen, weergeven — recrear[Hyper.]
concretisering, effectuering, implementatie, implementering, opbouw, prestatie, realisatie, realisering, tenuitvoerlegging, totstandbrenging, totstandkoming, uitvoer, uitvoering, verwerkelijking, verwezenlijking, volbrenging — cumplimiento, desempeño, ejecución, resultado - acteur, actrice, doener, iemand die iets doet, practicus, pragmaticus — factor, hacedor, persona emprendedora/dinámica - ejecutor[Dérivé]
click off (en) - carry (en) - pipe up (en) - declameren, galmen, uitvaren - een serenade brengen — dar una serenata - bekorten, beperken — aplicar la ley del mínimo esfuerzo, atajar, escatimar en algo - stunt (en) - cut (en) - losbranden - afroffelen, roffelen, slordig doen — chapucear - parir - premier, premiere (en) - als ster optreden — estelarizar, protagonizar - gaan - oefenen, repeteren, zwemslag — ensayar, practicar - fantaseren, improviseren, improvizeren — improvisar - tolken, vertolken — interpretar, traducir - beheren, dirigeren, houden, regie, runnen — dirigir - make (en) - traficoter (fr)[Spéc.]
concretisering, effectuering, implementatie, implementering, opbouw, prestatie, realisatie, realisering, tenuitvoerlegging, totstandbrenging, totstandkoming, uitvoer, uitvoering, verwerkelijking, verwezenlijking, volbrenging — cumplimiento, desempeño, ejecución, resultado - acteur, actrice, doener, iemand die iets doet, practicus, pragmaticus — factor, hacedor, persona emprendedora/dinámica - ejecutor - wat doe jij etc. met — qué estás etc haciendo con, qué haces etc con[Dérivé]
faiseur (fr)[PersonneQui~]
casten, een, een rol toewijzen — asignar el papel de, elegir, escoger[Domaine]
doen (v.) • efectuar (v.) • ejecutar (v.) • gebeuren (v. intr.) • hacer (v.) • llevar a cabo (v.) • realizar (v.) • uitvoeren (v.) • verrichten (v.)
-