Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
opération de conduite d'un véhicule (fr)[DomaineCollocation]
stationner (s'arrêter avec une voiture) (fr)[DomaineCollocation]
acortar, atajar — afsnijden, ruimen, uitwijken, wenden - adelantar, alcanzar, efectuar adelantamiento, enseñar/mostrar el camino, pasar, pasar por, superar — inhalen, langsgaan, langsrijden, passeren, te boven gaan, voorbijgaan, voorbijlopen, voorbijrijden, voorbijvaren - braquer (fr) - salirse de la fila — uitvoegen - tomar una curva — de bocht nemen, een bocht nemen - apagarse, cortarse, fallar, parar — afslaan, uitvallen, wegvallen - colocarse en fila — invoegen, snijden - gratter (fr) - négocier un virage (fr) - dar marcha atrás, echarse atrás, echarse para atrás, hacer marcha atrás — achteruit doen gaan, achteruitgaan, achteruitrijden, achteruitwijken, terugkrabbelen - contrebraquer, contre-braquer (fr)[DomaineCollocation]
-