Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
diccionario analógico
(frase; volzin) — (frase; periodo; cláusula; oración)[Thème]
(bepaling; bepaling van gesteldheid) — (complemento circunstancial; complemento)[Thème]
woordsoort; rededeel — categoría gramatical; clase de palabra; parte de la oración; categoría; categoría morfosintáctica; parte del discurso[DomainDescrip.]
zinsnede; zinsdeel — proposición[DomainDescrip.]
constituent, zindeel, zinsdeel, zinslid — sintagma[Gén.]
member (en) - afdwaling, defect, feil, fout, gebrek, gebrekkigheid, imperfectie, lapsus, onjuistheid, onvolkomenheid, onvolmaaktheid, tekort, tekortkoming, weeffout — defecto, desperfecto, fallo, falta, imperfección, lacra, tacha, tara - membre de phrase (fr) - oración simple - concordance (fr) - woordgroep - agent (en) - concatenation (en) - woordschikking, zinsbouw, zinsconstructie, zinskonstruktie — construcción, sintaxis - de overtreffende trap, overtreffende trap, superlatief — superlativo - antecedent, antecedenten — antecedente - zinsstructuur, zinsstruktuur — estructura, estructura de conocimiento - nominale constituent — sintagma nominal - phrase incidente (fr) - apostrophe (fr) - bijvoeglijke bepaling — complemento atributivo - complément de phrase (fr) - groupe emphatique (fr)[DomainDescrip.]
detachment (en) - insertion, interpolation (en)[DomaineDescription]