Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
boer[Classe]
akkerbouwer, boer, boerin, bouwboer, landbouwer, pachtster[Hyper.]
bebouwen, beploegen, bewerken, cultiveren, kultiveren[PersonneQui~]
opgroeien - bebouwen, boeren, het boerenbedrijf uitoefenen, opgroeien - kweken, planten, telen, verbouwen - agricultuur, agrikultuur, akkerbouw, boeren, boerenbedrijf, landbouw, landbouwbedrijf, management, zeggenschap - agricultuur, agro-industrie, akkerbouw, bio-industrie, landbouw, landbouwbedrijf, landbouwindustrie[Dérivé]
fruitteelster, fruitteler - viticulturist (en)[Spéc.]
opgroeien - bebouwen, boeren, het boerenbedrijf uitoefenen, opgroeien - kweken, planten, telen, verbouwen - agricultuur, agro-industrie, akkerbouw, bio-industrie, landbouw, landbouwbedrijf, landbouwindustrie - agricultuur, agrikultuur, akkerbouw, boeren, boerenbedrijf, landbouw, landbouwbedrijf, management, zeggenschap[Dérivé]
akkerbouwer (n.) • bouwboer (n.) • cultivator (n.m.) • groentekweker (n.) • kweekster (n.f.) • kweker (n.m.) • landbouwdeskundige (n.) • landbouwer (n.m.) • landbouwkundige (n.) • planter (n.m.) • plantster (n.f.) • roefel (n.) • teelster (n.f.) • teler (n.m.)
-