geldstuk, munt, muntstuk, stuk - bankassignatie, bankbiljet, bankbriefje, bankje, banknoot, biljet, brief, briefje, flap, flapje, handelspapier, kaartje, papier, prent, waardepapier - geldkas, kasregister - muntenkabinet, munt- en penningkunde, numismatiek, penningkabinet, penningkunde - money laundering (en) - het wisselen, wisselmarkt - conversión (es) - financieel beheer, geldwezen - gross (en) - aanslaan, belasten, fiscaliseren, heffen - financieel, monetair - penny bank, piggy bank (en) - geldswaarde, proceskosten - average cost (en) - differential cost, incremental cost, marginal cost (en) - luxe, luxeartikel, weelde, weeldeartikel - escandallo (es) - cijfer, punt - erwtenteller, geldduivel, geldwolf, gierigaard, knakenpoetser, knar, knibbelaar, knijper, krent, krentenbaard, krentenkakker, krentenweger, kribbebijter, kribbenbijter, kruimelaar, pezewever, pin, potschrap(p)er, potschraper, potter, schraper, vrek - winst - inkomen, inkomsten - afdracht, brutoloon, brutosalaris, gros, inkomen, inkomst, inkomsten, ontvangst, ontvangsten, revenu, revenuen, rijksmiddelen, verdienste, verdiensten - baat, baten, gewin, nettobedrag, oogst, opbrengst, profijt, rendement, vrucht, winst, winstcijfer, winstcijfers - opbrengst, provenu, recette - kantlijn, winstmarge, winstpercentage - afzet, verkoop - per capita income (en) - bedrijfskosten, exploitatiekosten - part - asignación (es) - huur, huursom - belastingpercentage, belastingtarief - vermogensaanwas - loss, red, red ink (en) - bedrag, geldbedrag, geldsom, som, somma - figure (en) - recursos de dinero (es) - M1 (en) - M2 (en) - M3 (en) - fonds - potje, spaarcenten, spaardeposito, spaargeld, spaarpot, stroppenpot - stock, voorraad - reserve - food bank (en) - betaalmiddel, muntstelsel, muntvoet, ruilmiddel, standaard - betaalmiddel, wettig betaalmiddel - voorschot - centen, duiten, geld, pecunia, pegulanten, ping, pingping, ping-ping, poen - geldeenheid, geldsoort, monetaire eenheid, munt, munteenheid, muntsoort, val., valuta - baar, cash, contanten, contant geld, harde valuta, kasgeld, kasmiddelen - bankpapier, papiergeld - metralla, moneda suelta, pucho, suelta (es) - bezant, bezzant, byzant, solidus (en) - dukaat, goudstuk - groot - doubloon - louis d'or - div., dividend, winstaandeel - begroting, beraming, bestedingsnota, bestedingspakket, budget, budgettering, miljardennota, miljoenennota, raming, rijksbegroting, staatsbegroting - deflatie - geldontwaarding, muntontwaarding - reflatie - estanflación, stagflación (es)[Domaine]