» 

diccionario analógico

eruditie, geleerdheid, kennis , schoolkennis, weten, wetenschappelijkheidučenje, znanje - hoger onderwijs, hoger onderwijsvisokoškolsko obrazovanje - educatie, opvoeding - develop, educate, prepare, train (en) - exercitie, lichaamsbeweging, wapenoefeningvježbanje - Dewey, John Dewey (es) - didactiek, lering, les, onderricht, onderwijs, onderwijsinstelling, onderwijskunde, onderwijsleer, opleiding, opvoedkunde, pedagogie, pedagogiek, scholingnastavničko zvanje, obrazovanje, poučavanje - coëducatie - cursus, cursusjaar, leergang - andragogie, andragogiek, tweedekansonderwijs, tweede-kansonderwijs, volwasseneneducatie - middelbaar onderwijs, vervolgonderwijs, voortgezet onderwijs - didactiek, onderricht, onderwijskunde, onderwijsleer, opvoedkunde, pedagogie, pedagogiek, richtlijn - taalonderwijs - brainwash, brainwashing, hersenspoeling, menticidepranje mozga - bijbellezing, les, lezing, schriftlezinglekcija, razred - seminaar, seminar, seminarie - kinderbescherming, kinderverzorging - crèche, dagopvang, kinderbewaarplaats, kinderdagverblijf, kinderkribbe, kinderopvang - schoolboord, schoolbordploča, pločica za bilježenje kredom - onpedagogisch, opvoedkundig, pedagogisch - academisme, scholasticus, scholastiek, schoolsheid - schoolkennis - stand - educatie, opleiding, opvoeding - studiestudiranje, učenje - carry-over, transfer, transfer of training (en) - lichamelijke oefening - leertijd - special education (en) - beroepsonderwijs, beroepsopleiding, vakonderwijs, vakopleiding - ervaring, ondervindingiskustvo - classical conditioning (en) - educatie, grootbrengen, opleiding, opvoeding, vorming - afknapper, desillusie, ontgoocheling, ontnuchteringotrežnjenje, razočaranje - agnosie, ignorantie, onkunde, onwetendheidnepoznavanje - flashcard, flash card (en) - alchemist, alchimistalkemičar - autodidactautodidakt, samouk - bibliofiel, boekenliefhebber, boekenliefhebster - kaartlegger, kaartlegster - betweetster, betweter, boekenvreter, boekenworm, boekenwurm, boekworm, lettervreter, pedant, polyhistor, technocraat, veelweter, weetal, wijsneuspedant - doemdenker, doemdenkster, pessimist, pessimiste, zuurkijker, zwartkijker, zwartkijksterpesimist - frik, instructeur, instructrice, onderwijsgevende, onderwijskracht, schoolfrik, schoolvosinstruktor - teoretica, teoreticus, theoretica, theoreticusteoretičar[Domaine]

-