Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.032s
concretiseren, invullen - compreender — doorhebben - experimentar, viver — ervaren, leven - esquecer, perder a cabeça — vergeten, zich vergeten - identificar — gelijkstellen - deslindar, resolver, solucionar — knobbelen, napluizen, navlooien, op het idee komen, oplossen, uitdenken, uitdokteren, uitkienen, uitknobbelen, uitmikken, uitpluizen, uitplussen, uitpuzzelen, uitvissen, uitvlooien, uitvogelen, uitvorsen, uitzoeken, vorsen, vorsend - analisar — analyseren, anatomiseren, ontleden - analisar uma palavra — taalkundig ontleden - classificar — categoriseren, categorizeren, indelen, kategoriseren, onderbrengen, rubriceren - verificar — achternarijden, achternazitten, checken, controleren, kontroleren, nachecken, nagaan, nakijken, natrekken, nazien, nazitten, reviseren, verifiëren, zoeken - autenticar — authentiseren, legaliseren, legitimeren, waarmerken, wettigen - avaliar — evalueren, koersen, meten, nabespreken, ramen, schatten, waarderen - assumir forma material, materializar, materializar-se — verstoffelijken - dar valor, prezar — appreciëren, eerbiedigen, hoogachten, naar waarde schatten, ordenen, rangschikken, respecteren, schikken, structureren, waarderen - avaliar — schatten, waarderen - decide (en) - ambicionar — mikken, nastreven, ogen - tencionar — bedoelen, menen - tencionar — van plan zijn - aim, calculate, direct (en) - associar, fazer a ligação, ligar, unir — aansluiten, associa aren, associëren, betrekken, combineren, in verband brengen, relateren, schakelen, verbinden - ascertain (en) - centrar — centreren, concentreren, in het midden plaatsen, toeleggen, zijn - concentrar, convergir — toespitsen - resignar-se — berusten, neerleggen, resigneren, schikken, verzoenen - afwegen - ponderar — beraadslagen, doordenken, overwegen, peinzen - suspeitar — argwaan hebben jegens, verdenken - necessitar, precisar — behoefte, dienen, hebben, hoeven, moeten, zullen - introspectivo — introspectief, zelfonderzoekend - conceber — imagineren, indenken, nagaan, verbeelden, voorstellen - heet worden, opwinden - enfadarse, indignarse, rabiar (es) - desprezar, menosprezar — depreciëren, geringschatten, minachten, neerkijken, neerzien, spugen, verachten, verfoeien, versmaden - acarinhar, adorar — achten, hoogachten, hoogschatten, koesteren, liefhebben - adorar, idolatrar — aanbidden, adoreren, dol zijn op, dwepen, verafgoden, vergoddelijken, weglopen - avaliar, estimar, venerar — aanbidden, achten, bewonderen, hoogachten, prijzen, vereren, vrezen, waarderen - escandalizar, horrorizar — afschrikken, alarmeren, ontstellen, schrik aanjagen, shockeren - perturbar — nerveus maken, onzeker maken, van streek brengen - die (en) - estar mortinho por — snakken - intimidar — afschrikken, intimideren, ontmoedigen - enraivecer — woedend maken - incomodar, intrometer-se, irritar — binnendringen, donderen, donderjagen, donderstenen, donderstralen, du(i)veljagen, duvelen, duveljagen, dwarszitten, ergeren, etteren, gallen, irriteren, klieren, klooien, kloothannesen, kloten, lastig vallen, lazerstralen, mogen vragen, plagen, rotzooien, sodemieteren, storen, stoten, vallen, vervelen - embaraçar — beschamen, van zijn stuk brengen - aturdir — verbijsteren - embaraçar, envolver em dificuldades financeiras — in geldverlegenheid brengen, ontwapenen, verwarren - decepcionar, desapontar — in de steek laten, teleurstellen, verijdelen - abaixar, abater, humilhar, rebaixar — humiliëren, kleineren, omlaaghalen, vernederen, verootmoedigen - elevar, exaltar, extasiar-se, transportar — opgetogen maken - animar, encorajar, estimular, incitar — aanmoedigen, bemoedigen, bevorderen, een hart onder de riem steken, moed geven, moed inspreken, toejuichen - abatir, descorazonar (es) - gunnen - desejar, querer, ter fome de — begeren, blieven, hongeren, toewensen, verlangen, wensen, willen - arder (es) - atento, cuidadoso, que não esquece — indachtig, zich bewust van - find (en) - cognitivo — cognitief - atenção — aandacht, oplettendheid[Domaine]
-