Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
averij, blessure, maat, onheil, verdriet, vreterij — dommage, mal, mesure, tort - contamineren, verontreinigen, vervuilen — contaminer, corrompre, infecter, polluer - afbrekend, destructief, destructieve, vernielzuchtig, verwoestend, verwoestende — destructeur, destructif - nadelig, schadelijk — néfaste, nuisible, préjudiciable - loswringen, vertekenen, verwringen — crisper, déformer, tordre - vervallen — délabrer - véreux - nadeel, schade — détriment, dommage, tort - verarming, verslechtering — affaiblissement - gebrekkigheid — décrépitude, délabrement[Domaine]
-