» 

diccionario analógico

aviatiek, luchtvaart, luchtvaartverkeer, luchtverkeer, vliegerij, vliegreis, vliegverkeer, vluchtvolata, volo - acrobatie, acrobatiek, luchtacrobatiekacrobazia aerea, acrobazie aeree - het zweefvliegen, zweefvliegen, zweefvluchtplanata, volo a vela, volo libero, volo librato, volo planato, volo veleggiato - volo con il deltaplano - paardensprong, paardesprongparacadutismo - low level flight, terrain flight (en) - aan land gaan, aan wal gaan, landen, ontschepen, van boord gaanmettere piede a terra, sbarcare, scendere a terra - aileron, rolroeralettone - draagvleugel, propellerbladpiano a profilo aerodinamico - bliksemafleider - black box, registratiecomputer, vluchtcomputer, vluchtrecorder, vluchtregistrator, zwarte doodscatola nera - boeg, steven, voorschip, voorsteven2003 . W:Wikipedia:book sources, archetto, ed. Torino: Paravia, fiuto, prora, prua, tronco - laadruim, onderruim, onderschip, ruim, scheepsruimcala, stiva - schietstoelseggiolino eiettabile - staartvlak, stabiloalettone - leading edge (en) - reddingsvest, scafander, zwemvestgiubbotto di salvataggio, giubbotto salvagente, salvagente - brugpijler, ribcosta, costola - autogordel, riem, veiligheidsgordel, veiligheidsriemcintura di sicurezza - staart, staartstuk - trailing edge (en) - bestuurbaarheid, bevaarbaarheid, zeewaardigheidnavigabilità - tangenza - alarm, alarmsignaal, noodseinsegnale d'emergenza, segnale di soccorso - mayday, noodsignaal, S.O.S.S.O.S. - meidag - approach, approach path, glide path, glide slope (en) - aëronaut, aviateur, ballonvaarder, lid van een luchtmacht, luchtvaarder, piloot, vliegenier, vliegenierster, vlieger, vliegsteraeronauta, aviatore, aviatrice, aviere - loods, vliegenier, vliegerpilota - stewardassistente di volo, cameriere, cameriere di bordo, ospite, steward - testpilootpilota collaudatore - golfslag, slipstream, wasbeurtflusso dell'elica, scia[Domaine]

-