gesponnen suiker, suikerspin — algodãodoce, algodão doce, algodão-doce - animaal, dier-, dieren-, dierlijk — animal - bedienen, opdienen, opdissen, opdoen, opscheppen, op tafel zetten, serveren, voorschotelen, voorzetten — atender, servir - bloedworst, pens — chouriço - gaar, gekookt — cozido, cozinhada, cozinhado - griesmeel — sémola - paella — paella - schimmelkaas — queijo roquefort, roquefort - bavarois, bavaroise - onbekommerd — friamente - estripar - conserveren, goedhouden, inleggen, inmaken, verduurzamen — conservar - marineren — marinar, salgar, salmourar - het koken, keuken, kook-, kookkunst — cozinha - browning — douramento - sartén (es) - stroperij - beet, bietekroot, bietenkroot - bief, biefstuk, lapje, steak, varkenslapje — bife - kookpan, steelpan — caçarola - courgette, zucchetti, zucchini — abobrinha - koken — cozer - specerij — especiaria - bezorgen, toevoeren, voeren, voorzien, voorzien in — atender, encher de - cheese (en) - gelei — galantina - bakharing, panharing — arengue - dekschaal, terrine - sushi — sushi - gisten, schiften, verzuren, zuren — fermentar - ferment, work (en) - gebakken — frito - raw (en) - weinig doorbakken — mal passado - cheeseburger — cheeseburger - Última Ceia - catering, horeca, horecabedrijf, proviandering, ravitaillering — abastecimento - bedienen, consumeren, gebruiken, nemen, nuttigen, ontfermen, pakken, verbruiken — consumir - bedienen — usar - spijzen, spijzigen - bedienen, schenken, uitdelen — servir - borstvoeding geven, de borst geven, sabbelen, voeden, zabbelen, zogen, zuigen — amamentar - brassen, schransen, schranzen, slempen, volproppen, volstoppen, vreten, zich volproppen met — empanturrar-se - beantwoorden aan, verzadigen — satisfazer - abstineren, desisteren, onthouden, zich onthouden — abster-se - bereiden, brouwen, klaarmaken, koken, opmaken, prepareren, toebereiden, voorbereiden, warmdraaien — preparar - decanteren, omgieten, omschenken, overgieten, overschenken, schenken — decantar, transvasar - bergen, hamsteren, instuwen, laten, opbergen, opslaan, stockeren, stouwen, wegbergen, weghangen, wegleggen, wegzetten — guardar - zuur - verrukkelijk — doce - blender, mengbeker, pureestamper, sapcentrifuge — liquidificador - ketel — caldeirão - beker, bokaal, kelk, miskelk — cálice, taça - eetstokje, eetstokjes — pausinho, pauzinho - coctelera (es) - pasteurizado (es) - aardewerk — louça - veldpotje — caldeirão, estados sulinos - artificial additive, food additive (en) - bakpan, braadpan, hapjespan, koekenpan, koekepan — frigideira - graal, Heilige Graal — o Santo Graal - rasp, schaaf — ralador - bakvorm, oerbank, pan — caçarola, tacho - petrischaal - deegrol, deegroller, rolhout, rolstok — rolo de pastel - samovaar — samovar - servies, serviesgoed - tafelzilver, zilverbestek — prataria, talher - eetlepel, pollepel, sleef, soeplepel — colher de sopa - stoofpan - suikerpot — açucareiro - cocktail stick, stirring stick, swizzle stick (en) - fluitketel, ketel, theeketel, waterketel — chaleira - theekan, theepot — bule, chaleira - gebruiksvoorwerp, instrument — utensílio - wadjan, wadjang, wok — frigideira chinesa - bouwjaar, oogstjaar, vintage, wijnjaar, wijnoogst — ano de produção, safra de bom vinho - levensmiddel, voedingsmiddel, voedingsmiddelen — géneros alimentícios - colorante (es) - maismeel, maïsmeel, polenta - havermout, havermoutpap - bakmeel, bloem, meel, meelbloem, tarwemeel — farinha - tarwemeel - eten, grutterswaren, kruidenierswaren, levensmiddelen, spijs, voeding, voedingsstof, voedsel — alimento, comida - fiambre (es) - eten, maal, maaltijd, maaltje — comida - verkwikking — refeição leve - thee, theetijd — lanche - koffiepauze, koffietijd, middagschaft, theepauze - portie — porção - aperitief, aperitiefje, appetizer, atjar, borrelhapje, entree, hors d'oeuvre, voorafje, voorgerecht — aperitivo - canapé (es) - consommé - madrilene (en) - borsch - bouillon — sopa - groentesoep, minestrone, minestronesoep — minestrone - sopa grossa - clam chowder (en) - chicken purloo, poilu, purloo (en) - goelasj, goulash — goulash - Irish stew (en) - labskous, lapkous - bouillabaisse — caldeirada - eenpansmaaltijd, ragoût — guisado - stoofpot, stoofschotel - bocado, chuchería, golosina (es) - bruine suiker - lekkers, snoep, snoepje, tractatie, traktatie, versnapering — bombom, doce, docerias, fruta cristalizada - hard candy (en) - kauwgom, kauwgombal, klapkauwgom — chiclete - candied apple, candy apple, caramel apple, taffy apple, toffee apple (en) - candy cane (en) - chocola, chocola(de), chocolaatje, chocolade — chocolate - barra de chocolate - melkchocolade — chocolate ao leite - muntje, pepermuntje — bala de hortelã, hortelã, menta, pastilha de hortelã, rebuçado de hortelã - caramelo perfumado (es) - spekkie - marsepein — marzipA - noga — nogado, pinhoada - praline — bombom, chocolate, confeito, pralina - caramelo de manteiga, galês - truffel - Turkish delight, Turkish Delight, Turkish paste (en) - dessert, nagerecht, toemaatje, toespijs, toetje — sobremesa - pudding — pudim de frutas - compote, fruitschaal, vruchtenmoes, vruchtenschaal — compota - leguaan, pudding, stootkussen — pudim - jello, Jell-O (en) - gelatinepudding, sorbet, vruchtenijs, waterijs — sorvete - consumptie-ijs, ijsje, roomijsje, schepijs — gelado - plombière, tuttifrutti, tuttifrutti-ijs — tutti-frutti - parfait - banana split (en) - cake, koek, plumpudding - pudding — pó de carvão, pudim - custard, custardpoeder, custardpudding, custardvla, vla — creme, leite creme - creme brulee (en) - kaastaart, quiche — pastelão - tapioca — tapioca - kandeel - broodkruimel, kruim, kruimel, morzel, paneermeel - frangipane (en) - vol-au-vent — tarte - appelgebak - pastel de merengue de limón (es) - pastel de calabaza (es) - French pastry (en) - baklava - phyllo (en) - roomsoes — ecler QUERY SPELLING - baba - baba au rhum, rum baba (en) - bolo de aniversário - bolo de chocolate - bruidstaart — bolo de noiva - gemberkoek, ontbijtkoek, snijkoek, taai, taaitaai, taai-taai — pão de gengibre - pound cake (en) - bitterkoekje, kokoskoekje, makaron, makron, makroon — bolo ou biscoito de amêndoa - tipo de doce - oreo, oreo cookie (en) - biscoitinhos da sorte - crêpe, flensje, pancake, pannekoek, pannenkoek, plaatkoek — panqueca - blintz, blintze (en) - marmelade — compota, marmelada - gevogelte, pluimvee — galinhas - gallina (es) - duck (en) - ganzenbord - partridge (en) - faisán (es) - pavo (es) - eetbare inwendige organen van gevogelte — miudos - flesh, meat (en) - game (en) - slachtafval — miúdos, vísceras - hart - kalfszwezerik, thymus, zwezerik — moleja - sesos (es) - tong — língua - hertenvlees, hertevlees — carne de cervo, carne de veado - karbonade, kotelet — costeleta, costoleta - riblap, ribstuk - biefstuk, runderbiefstuk, steak - lendestuk, zadel, zadelstuk — lombo - ossehaas, ossenhaas, runderhaas - filet mignon, tenderloin steak (en) - rosbief - biefburger, hamburger, tartaartje — hambúrguer - cornedbeef, corned beef — carne enlatada - '''pastrami''', pastrami (es) - carne seca - pemican, pemmican (en) - kalfsvlees — vitela, vitelo - paardenvlees, paardevlees — carne de cavalo - schaap, schapenvlees, schapevlees — carneiro - crown roast, rack of lamb (en) - cochon de lait, suckling pig (en) - bacon, ontbijtspek — bacon - spekrand, spekzwoerd, zwoerd, zwoord - boter, margarine — margarina - mortadela (es) - knackwurst, knockwurst (en) - hausmacher, leverworst, smeerleverworst — linguiça de fígado - pepperoni (en) - bierworstje, salami — salame - bolletje, broodje, kadetje, zoet broodje — queque - challah, hallah (en) - kapje — cubinhos de pão torrado - beschuitbol — pão de minuto - hostia (es) - chapati, chapatti (en) - pitabroodje — pão árabe - matse - quick bread (en) - baguette, stokbrood - baguette, stokbrood - beschuit, scheepsbeschuit — tosta - Yorkshire pudding — pudim de Yorkshire - kerststol, kerststronk, stol - croissant, hoorntje — croissant - Deens, Deens gebakje — pastelaria dinamarquesa - bagel - pretzel — rosca pretzel - hotdog, hot-dog — cachorro quente - bombardementsvliegtuig, bombardeur, bommenwerper, duikboot, onderzeeboot, onderzeeër, U-boot - deegwaren, deegwaren ''f pl'', noedels, pasta — massa, massas - spaghetti — espaguete, esparguete - tortellini - linguini (es) - ravioli — ravioli, ravióli - muesli, müsli - atole (en) - bloempap, gruwel, lammetjespap, meelpap, pap, watergruwel — papa - kasha (en) - granola (en) - plantaardig — vegetal - bladgroente, groen, groente, groenten, milieupartij, sinopel, vegetabiliën — verduras - sojakaas, tahoe, tofoe - wortelgewas — plantas de raiz comestível - aardappel — batata - friet, frieten, frietje, frites, patat, patates frites, patatje — batatas fritas - chip, friet, frietje, patat, patatje — batata frita, batatas fritas, batatinha frita - aubergine, eggplant, mad apple (en) - savooiekool, Savooienkool — couve-de-milão - asperge - paprika, paprikaplant, peper — pimenteiro, pimento - chili, chili con carne, chilipoeder, chilisaus, Spaanse peper — malagueta - red pepper, tabasco (en) - green onion, scallion, spring onion (en) - alho francês - boon — feijão, grão - endibia (es) - kers, sterkers, sterrekers, sterrenkers, tuinkers - tomato (en) - champignon - nabo sueco (es) - Edda - olijf — azeitona - klapper, kokosnoot, kokosvrucht — coco - klappermelk, kokosmelk - kopra — copra - vis — peixe, pescado - riviervis, zoetwatervis - schaal{#169} en schelpdieren, zeebanket, zeevis — frutos do mar - tonijn — atum - cavala - fugu (en) - escargot, escargots, huisjesslak, slak, wijngaardslak — caracol, caramujo - schelpdier, schelpvis, zeevruchten — crustáceo - bokking, gerookte/gedroogde haring, gerookte haring, kipper — arenque - kabeljauw — bacalhau - forel - zalm — salmão - salmão defumado - kaviaar — caviar - graan, graanproduct, graanprodukt, koren, ontbijtgranen, vlam — cereal, cereal matinal - gort, grutten — sêmea - gerst — cevada - bulghur, bulgur, bulgur wheat (en) - tarwebrood - tarwekiem — germe de trigo - nasi, rijst — arroz - zilvervliesrijst - salade, sla, slaatje, slaschotel — alface, salada - tossed salad (en) - Caesar salad (en) - pasta salad (en) - fruitsalade, fruitsla, vruchtensla — salada de frutas - aspic, aspisadder, spijklavendel — alfazema, áspide, geléia de carne - tabbouleh, tabooli (en) - bestanddeel, ingredia ant, ingrediënt — ingrediente - aroma, kruiderij, smaakmaker, smaakstof, specerij — aroma, especiaria, espécie - kruiderij, specerij — condimento, tempero - chloornatrium, keukenzout, natriumchloride, pekel, strooizout, tafelzout, zout — sal - selderiezout, selderijzout - laurier, laurierblad - ketchup, ketch-up, tomatenketchup — molho de tomate - chutney — molho picante - salsa - salsa de menta (es) - piccalilly — picles - purê de maçã - ketjap, soja, sojasaus — molho de soja - tabascosaus — Tabasco - anijs, anijszaad — semente de anis - ve-tsin - vanille — baunilha - azijn, edik — vinagre - saus, tabakssaus — molho - carbonara (en) - tomatensaus — molho de tomate - tartaarsaus — molho tártaro - mayonaise — maionese - knoflooksaus - Bercy, Bercy butter (en) - Colbert, Colbert butter (en) - Mornay sauce (en) - Nantua, shrimp sauce (en) - béchamelsaus, roux - allemande, allemande sauce (en) - worcestersaus — molho inglês - legsel, struif - eiwit — clara, clara de ovo - dooier, eidooier, eierdooier, eigeel — gema - ovo cozido - huevo escalfado (es) - deviled egg, stuffed egg (en) - omelet — omeleta, omelete - spiegelei — ovo frito - melkprodukt, zuivel, zuivelproduct, zuivelprodukt — produto lacticínio - melk — leite - leche (es) - raw milk (en) - koffiecreamer, melkpoeder, poedermelk — leite em pó - koffiemelk — leite evaporado - koffiemelk — leite condensado - afgeroomde melk, magere melk, ondermelk, schepmelk, taptemelk — leite desnatado - volle melk — leite gordo - botermelk, karnemelk — leitelho - cra, crème, pudding, room, vla, zalf — creme, nata - natuurboter, roomboter - botervet - boter - joghurt, yoghurt — iogurte, yogourt - boerenkaas — requeijão - queijo fundido - stilton — queijo Stilton - roquefort - gorgonzola - brie — Brie, queijo Brie - camembert — Camembert - Cheddar — Cheddar, queijo cheddar - edammer — queijo de bola, queijo edam - queso de bola (es) - mozzarella (es) - emmentaler — emmental, queijo emmental, queijo suíço - pindakaas — creme de amendoim - eendenlever, foie gras, ganzenlever - tapenade (en) - zoetje, zoetmiddel, zoetstof, zoetstoftablet — adoçante - aspartaam - bijenhoning, liefelijkheid, lieflijkheid - sacharine — sacarina - saccharose, sacharose, suiker — açúcar - limonadesiroop, ranja, siroop, stroop — xarope - melasse, stroop, suikerstroop — melaço - grenadine, limonadesiroop — granadina - xarope de bordo - jarabe de cereales (es) - masa, pasta (es) - coq au vin (en) - bubble and squeak (en) - cannelloni — canelone - loempia — rolinho primavera - enchilada (en) - falafel, felafel (en) - fish and chips (en) - wentelteefje - Chinese fried rice, fried rice (en) - frog legs (en) - fish ball, gefilte fish (en) - plato escocés (es) - jambalaya (en) - kebab, shish kebab, shoarma, sjaslik? — kebabe - souvlaki, souvlakia (en) - lutefisk, lutfisk (en) - bal gehakt, frikadel, gehaktbal - pastel de carne (es) - vleespastei - musaca (es) - pilau — pilau - pizza — pizza - bloempap, havermout, havermoutpap, lammetjespap, meelpap — papas de aveia - risotto — risoto - Salisbury steak (en) - zuurkool — chucrute - Scotch egg (en) - gehakt met puree - biefstuk tartaar - sukiyaki (es) - sashimi (es) - tamal (es) - tempoera - teriyaki (en) - terrine — terrina - toast met gesmolten kaas — torrada galesa com queijo derretido, Welsh rarebit - tortilla — bolo liso de milho - frijoles refritos (es) - brouwsel, drank, drankje, halflinnen, melange, mengproduct, mengprodukt, mengsel, mix, mixage, mixture, mixtuur — mistela - mout — uísque de malte - jugo, zumo (es) - theeblaadje, theeblad — folha de chá - chá preto - congo, kongo — congo - chá verde - oolong (en) - enólogo (es) - banketbakker, confiseur, patissier — confeiteiro - chefkok, chef-kok, cuisinier, kok, kokkin, meesterkok — chefe de cozinha, cozinheiro, cozinheiro-chefe - vitamine — vitamina - calciferol, vitamina d (es) - tocoferol, vitamina e (es) - vitamina k (es) - ascorbinezuur — ácido ascórbico[Domaine]