Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
interruptie — intervalo; interrupção[ClasseHyper.]
interruptie; het staken — intervalo; interrupção; cessação; paragem[ClasseHyper.]
nietsdoen; inactiviteit; inaktiviteit — inacção; inactividade; inação; inatividade[Classe]
afbreken — interromper, suspender - interrompre (fr)[Nominalisation]
afkappen, onderbreken, saboteren — impedir, interromper, interromper-se - afkappen, afsnijden, in de rede vallen, onderbreken, saboteren — cortar, interromper, parar[Dérivé]
cut-in, insert (en) - cut-in, insert (en) - het ertussen werpen, inlas, insertie, intercalatie, interjectie, interpolatie, interventie, tussenkomst, tussenvoegsel, tussenwerpsel, tw. — interjeição, interpolação, intervenção - breuk, verbreking — desmembramento, ruptura, separação - interpellatie, parlementaire vraag — interpelação[Spéc.]
afkappen, onderbreken, saboteren — impedir, interromper, interromper-se - afkappen, afsnijden, in de rede vallen, onderbreken, saboteren — cortar, interromper, parar[Dérivé]
interrupção (n.m.) • interruptie (n.f.) • intervalo (n.m.) • onderbreking (n.f.) • oponthoud (n.)
-