» 

diccionario analógico

najagen; achtervolgingperseguimiento; acoso; persecución; alcance; carrera; caza; montería; seguidores[ClasseHyper.]

beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsingmovimiento, traslado[Hyper.]

aangaan achter, achternagaan, achternalopen, achternarijden, achterna zitten, achtervolgen, dekken, het spoor volgen van, opdrijven, schaduwen, volgencorrer tras, correr tras/detrás de, de cerca seguir, ir detrás de, irse tras, ir tras, ir tras de, ojear, perseguir, pisarle los talones a alguien, rastrear, seguir, seguir a alguien, seguir la pista[Nominalisation]

achternarijden, nakomen, narijden, volgenperseguir, seguir - achteraangaan, achter iemand/iets aangaan, achternajagen, achternazetten, achternazitten, jagen, najagen, nazetten, nazittendar caza, perseguir, salir en persecución de algo, salir en persecución de alguien, seguir - achternazetten, achternazitten, nazetten, nazittenperseguir[Dérivé]

rastreo - schaduwingmarcaje - rececho[Spéc.]

achternarijden, nakomen, narijden, volgenperseguir, seguir - aangaan achter, achternagaan, achternalopen, achternarijden, achterna zitten, achtervolgen, dekken, het spoor volgen van, opdrijven, schaduwen, volgencorrer tras, correr tras/detrás de, de cerca seguir, ir detrás de, irse tras, ir tras, ir tras de, ojear, perseguir, pisarle los talones a alguien, rastrear, seguir, seguir a alguien, seguir la pista - achteraangaan, achter iemand/iets aangaan, achternajagen, achternazetten, achternazitten, jagen, najagen, nazetten, nazittendar caza, perseguir, salir en persecución de algo, salir en persecución de alguien, seguir - achternazetten, achternazitten, nazetten, nazittenperseguir - op de hielenpisándole los talones[Dérivé]

achtervolging (n.f.) • acoso (n.m.) • alcance (n.m.) • carrera (n.f.) • caza (n.f.) • jacht (n.m.) • montería (n.) • najagen (n. neu.) • persecución (n.f.) • perseguimiento (n.m.) • seguidores (n.) • seguimiento (n.)

-