Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
najagen; achtervolging — perseguimiento; acoso; persecución; alcance; carrera; caza; montería; seguidores[ClasseHyper.]
beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing — movimiento, traslado[Hyper.]
achternarijden, nakomen, narijden, volgen — perseguir, seguir - achteraangaan, achter iemand/iets aangaan, achternajagen, achternazetten, achternazitten, jagen, najagen, nazetten, nazitten — dar caza, perseguir, salir en persecución de algo, salir en persecución de alguien, seguir - achternazetten, achternazitten, nazetten, nazitten — perseguir[Dérivé]
rastreo - schaduwing — marcaje - rececho[Spéc.]
achternarijden, nakomen, narijden, volgen — perseguir, seguir - aangaan achter, achternagaan, achternalopen, achternarijden, achterna zitten, achtervolgen, dekken, het spoor volgen van, opdrijven, schaduwen, volgen — correr tras, correr tras/detrás de, de cerca seguir, ir detrás de, irse tras, ir tras, ir tras de, ojear, perseguir, pisarle los talones a alguien, rastrear, seguir, seguir a alguien, seguir la pista - achteraangaan, achter iemand/iets aangaan, achternajagen, achternazetten, achternazitten, jagen, najagen, nazetten, nazitten — dar caza, perseguir, salir en persecución de algo, salir en persecución de alguien, seguir - achternazetten, achternazitten, nazetten, nazitten — perseguir - op de hielen — pisándole los talones[Dérivé]
achtervolging (n.f.) • acoso (n.m.) • alcance (n.m.) • carrera (n.f.) • caza (n.f.) • jacht (n.m.) • montería (n.) • najagen (n. neu.) • persecución (n.f.) • perseguimiento (n.m.) • seguidores (n.) • seguimiento (n.)
-