Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
wash; washing — was[ClasseHyper.]
work — arbeid, emplooi, werk[Hyper.]
wash with detergent - do one's toilet, lave, wash — toilet maken, uitwassen, wassen, zich toiletteren, zich wassen[Nominalisation]
lave, wash up — zich opfrissen - wash - launder, wash — aandweilen, schoonwassen, soppen, wassen, wassen en strijken, witten, witwassen - wash — wassen[Dérivé]
bathing, washup — het baden - abdest, ablution — bad - dishwashing, dish-washing, washup — de afwas doen - washing-up - window-washing - rinse, swill — het spoelen, spoeling - soak, soaking - laundering - bath — bad[Spéc.]
lave, wash up — zich opfrissen - wash - do one's toilet, lave, wash — toilet maken, uitwassen, wassen, zich toiletteren, zich wassen - launder, wash — aandweilen, schoonwassen, soppen, wassen, wassen en strijken, witten, witwassen - wash — wassen[Dérivé]
rinse, rinsing — spoelen[Desc]
golfslag (n.m.) • laundry (n.) • lavation (n.) • lotie (n.) • spoelwater (n. neu.) • was (n.m.) • wasbeurt (n.) • wasgoed (n. neu.) • wash (n.) • washing (n.) • waswater (n. neu.)
-