Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
diccionario analógico
amélioration finale d'un travail (fr)[ClasseParExt.]
fait de s'accomplir (fr)[Classe]
afkrijgen, afronden, afwerken, de laatste hand leggen aan, klaarkomen, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, voltooien — 仕上げる[Nominalisation]
aanbelanden, aanlanden, afbouwen, belanden, eindigen met, terechtkomen, vallen — いきつく, ゆきつく, 成りはてる, 成り果てる, 成果てる, 終わる, 結局～になる, 行きつく, 行き着く, ～に行着く, ～に陥る - afbouwen, afkrijgen, afmaken, afronden, bea aindigen, finishen, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, volledig maken, volvoeren — し終える, し終わる, フィニッシュ, フィニッシュ+する, 了う, 了える, 了する, 了る, 仕上げる, 仕舞う, 完了, 完了+する, 完成, 完成+する, 完成する, 済ます, 為し終える, 為し終わる, 為終える, 終う, 終える, 終らす, 終る, 終わらす, 終わる, 終了, 終了+する, 終業, 終業+する - aftimmeren, beëindigen, opdweilen, verzetten — おえる, きわまる, しあげる, やっつける, やっ付ける, やり終える, 仕上げる, 仕遂げる, 成し遂げる, 極まる, 為し終える, 為し遂げる, 為終える, 為遂げる, 窮まる, 終える, 遣っつける, 遣っ付ける - culmineren — 絶頂になる - besluiten — クローズ, クローズ+する, 散会, 散会+する, 終う, 終る, 終わる, 終結, 終結+する, 締め切る, 締切る, 閉会, 閉会+する, 閉幕, 閉幕+する - besluiten, concluderen — しめくくる, 了う, 仕舞う, 切り上げる, 切上げる, 打ち上げる, 打上げる, 暮れる, 済ます, 終う, 終る, 終わる[Dérivé]
huwelijksgemeenschap — 成立, 貫徹, 達成 - voltooiing, voltrekking — 完成 - afronding, afwerking, completering, finish, voleinding, voltooiing — 終わり - het definitief regelen — 決着, 結論 - 完遂 - フォロースルー - afstuderen — 卒, 卒業[Spéc.]
aanbelanden, aanlanden, afbouwen, belanden, eindigen met, terechtkomen, vallen — いきつく, ゆきつく, 成りはてる, 成り果てる, 成果てる, 終わる, 結局～になる, 行きつく, 行き着く, ～に行着く, ～に陥る - afbouwen, afkrijgen, afmaken, afronden, bea aindigen, finishen, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, volledig maken, volvoeren — し終える, し終わる, フィニッシュ, フィニッシュ+する, 了う, 了える, 了する, 了る, 仕上げる, 仕舞う, 完了, 完了+する, 完成, 完成+する, 完成する, 済ます, 為し終える, 為し終わる, 為終える, 終う, 終える, 終らす, 終る, 終わらす, 終わる, 終了, 終了+する, 終業, 終業+する - aftimmeren, beëindigen, opdweilen, verzetten — おえる, きわまる, しあげる, やっつける, やっ付ける, やり終える, 仕上げる, 仕遂げる, 成し遂げる, 極まる, 為し終える, 為し遂げる, 為終える, 為遂げる, 窮まる, 終える, 遣っつける, 遣っ付ける - culmineren — 絶頂になる - besluiten — クローズ, クローズ+する, 散会, 散会+する, 終う, 終る, 終わる, 終結, 終結+する, 締め切る, 締切る, 閉会, 閉会+する, 閉幕, 閉幕+する - besluiten, concluderen — しめくくる, 了う, 仕舞う, 切り上げる, 切上げる, 打ち上げる, 打上げる, 暮れる, 済ます, 終う, 終る, 終わる[Dérivé]
afronding (n.f.) • afwerking (n.f.) • completering (n.f.) • voleinding (n.f.) • voltooiing (n.f.) • 仕上 (n.) • 仕上げ (n.) • 入眼 (n.) • 大成 (n.) • 完了 (n.) • 完成 (n.)