» 

diccionario analógico

vormforma, forma geométrica, formato - een menshumanidade, natureza, natureza humana - aandrang, aandrift, geneigdheid, inclinatie, karaktereigenschap, karaktertrek, neiging, wezenstrekfeição, peculiaridade, traço - ietscoisa - common denominator (en) - eigenheid, identiteit, individualiteit, personaliteitpersonalidade, pessoa, temperamento - jubelkreet, juichkreet - melancolía, taciturnidad, tristeza (es) - ballast (en) - ethosambiência, ethos, ética - eidos (en) - eigenschap, feature, hoedanigheid, kenmerk, kenteken, propriëteitatributos, qualidade - eigenschap, hoedanigheid, propriëteitatributos, propriedade - erfenisherança, património - bedoening, situatie, toestandcondição, situação - tijdespaço temporal, tempo - infinite, space (en) - character (en) - depth (en) - attribuutatributo[Spéc.]

atributo (n.m.) • attribuut (n. neu.) • característica (n.) • eigenschap (n.) • hoedanigheid (n.f.) • predicado (n.) • propriedade (n.) • propriëteit (n.)

-