» 

diccionario analógico

arrangement, composition, mise en ordrearrangement, ordening, rangschikking, schikking, situatie - groupe désordonné - règne - groupe biologique - communauté biotique - espèce humaine, genre humain, humanité, les hommes, les humains, race humainehumaniteit, mansvolk, mensdom, menselijke soort, menselijk geslacht, menselijkheid, menselijk ras, mensengeslacht, mensheid - personnesde mensen, men, natie, oudelui, ouders, ouwelui - communauté, famille, groupe social - collectionarsenaal, collectie, kollektie, verzameling - éditiondr., druk, editie, uitgave - couche électronique, couches électroniques - groupe ethniqueetnische groep - groupe humain, groupe racial, raceafkomst, ras - association - sous-groupe - panthéon des saints - nation, peuplenatie, staat, volk - populationbevolking, populatie - foule, gens, masse, massesmassa - varna - circuit judiciaire américain - systèmebestel, stelsel, systeem - série commémorative - actinide - lanthanide, terre rarezeldzaam aardmetaal, zeldzame aarde - halogènehalogeen - monde - essaim, nuéezwerm - Grands Lacs, Les Grands Lacs[Spéc.]

grouper, regrouperclusteren, groeperen, in groepen onderbrengen - grouper, regroupergroeperen[Dérivé]

groep (n.f.) • groepering (n.f.) • groupe (n.m.) • groupement (n.m.) • lieden (n.) • lui (n.) • luiden (n.) • luitjes (n.) • regroupement (n.m.)

-