Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
coûter un prix (fr)[Classe]
opbrengen; doen; halen; ophalen; afhalen; belopen — recoger; retirar; buscar; ir por; venir por; ir a buscar; ascender a[ClasseHyper.]
bestaan, bevinden, steken, uitmaken, verkeren, vormen, zijn, zitten — estar, ser[Hyper.]
gehalte, graad, grootheid, hoeveelheid, kwantiteit, maat, maatstelsel, mate, meting — cantidad, cuanto, medida, quantum - eindafrekening, eindbedrag, som, totaal, totaalbedrag — adición, importe, monta, suma, total, totalidad - stel — gran número de, grupo - eindbedrag, som, totaal, totaalbedrag — monta, montante, monto, suma, total - tal, telwoord - número[Dérivé]
aanbouwen, bijeentellen, bijtellen, optellen — sumar[Analogie]
calcular, deducir - in aantal overtreffen — exceder en número, ser más numeroso que, sobrepasar en número a - average, average out (en) - equivaler, ser[Spéc.]
gehalte, graad, grootheid, hoeveelheid, kwantiteit, maat, maatstelsel, mate, meting — cantidad, cuanto, medida, quantum - eindafrekening, eindbedrag, som, totaal, totaalbedrag — adición, importe, monta, suma, total, totalidad - stel — gran número de, grupo - eindbedrag, som, totaal, totaalbedrag — monta, montante, monto, suma, total - tal, telwoord - número[Dérivé]
elevarse a (v.) • equivaler (v.) • gelijkstaan met (v.) • ser (v.) • subir a (v.) • venir a ser lo mismo (v.)
-