Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
afwenden, beletten, letten, tegenhouden, verhoeden, verletten, vermijden, voorkomen — imposibilitar[Hyper.]
belemmering, hindernis, hinderpaal — estorbo, impedimenta, interferencia - barrière, beletsel, bezwaar, drempel, handicap, hindernis, hinderpaal, hobbel, impediment, obstakel, rem, struikelblok, struikelsteen, verhindering — atadura, atascadero, freno, impedimento, obstrucción, traba[Dérivé]
aanlopen, barreren, blokkeren, oplopen, stremmen, vastlopen, versperren, verstoppen, verstopping — atascar, bloquear, obstruir - in de weg staan — interferir - achteruitzetten — atrasar, impedir, refrenar, retrasar - hobble (en) - de groei belemmeren, kunstvliegen, stunten, stuntvliegen — atrofiar, impedir el desarrollo - inhibit (en)[Spéc.]
belemmering, hindernis, hinderpaal — estorbo, impedimenta, interferencia - barrière, beletsel, bezwaar, drempel, handicap, hindernis, hinderpaal, hobbel, impediment, obstakel, rem, struikelblok, struikelsteen, verhindering — atadura, atascadero, freno, impedimento, obstrucción, traba[Dérivé]
belemmeren (v.) • derangeren (v.) • deren (v.) • dificultar (v.) • dificultar, entorpecer (v.) • entorpecer (v.) • estorbar (v.) • geven (v. trans.) • hinderen (v.) • impedir (v.) • obstaculizar (v.) • obstruir (v.) • retrasar (v.)
-