Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
exercer le pouvoir sur (fr)[Classe]
bedrijfsleider, beheerder, bestuurder, dir., dirk, gerant, manager — director, gerente, inspector, manager, superintendente - besturend, leidend, regelend — directivo[Dérivé]
doen, handelen, optreden, tussenkomen — actuar, hacer, llevar a cabo[Cause]
geven, houden, voeren — adherirse, aguantar, celebrar, conservar, dar, organizar, tener - bijsturen - aan het hoofd staan van, aanvoeren, beheren, gezag hebben over, leiden, toezicht hebben — administrar, capitanear, controlar, dirigir, encabezar, estar al frente de, liderar, llevar, presidir - afdraaien, afspelen, bestieren, besturen, draaien, managen — operar - samoupravlxati (sr) - administer (en)[Spéc.]
dirigir • leiden • regisseren
-