Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
faire des efforts (pour réussir) (fr)[Classe]
travailler durement (fr)[Classe]
vermoeid raken; moe worden — weary; get tired; grow tired; tire[Classe]
bestrijden, bevechten, duelleren, moeite hebben met, tegengaan, vechten, worstelen — fight, struggle[Hyper.]
geploeter, gezwoeg, Labour — labor, labour, toil - expeditie, lijkbezorging, onderneming, opdracht, opgaaf, opgave, project, taak, uitvaartverzorging, werklast — enterprise, labor, project, task, undertaking - campagne, kruistocht, kruisvaart, veldtocht, zaak — campaign, cause, crusade, drive, effort, movement - arbeidsvermogen, energie, fut — energy, get-up-and-go, push - arbeider, handarbeider, handarbeidster, loonarbeider, werkman — jack, laborer, labourer, manual laborer, manual worker[Dérivé]
aansporen, druk uitoefenen, hosselen — bear on, press, push[Domaine]
bereiken, forceren, opnemen met contact — contact, reach, strain, strive[Spéc.]
geploeter, gezwoeg, Labour — labor, labour, toil - expeditie, lijkbezorging, onderneming, opdracht, opgaaf, opgave, project, taak, uitvaartverzorging, werklast — enterprise, labor, project, task, undertaking - campagne, kruistocht, kruisvaart, veldtocht, zaak — campaign, cause, crusade, drive, effort, movement - arbeidsvermogen, energie, fut — energy, get-up-and-go, push - arbeider, handarbeider, handarbeidster, loonarbeider, werkman — jack, laborer, labourer, manual laborer, manual worker[Dérivé]
aansporen, druk uitoefenen, hosselen — bear on, press, push[Domaine]
aansukkelen (v.) • drive (v.) • labor (v. intr.) • labour (v. intr.) • plod away (v. intr.) • plod on (v. intr.) • ploeteren (v. intr.) • push (v. trans.) • tug (v. trans.) • voortsukkelen (v.)
-