» 

diccionario analógico

un disparo fulminante. (es) - donderen, gieren, gillen, huilen, loeien, razen, tieren, toeterenbrausen, dröhnen, grollen, heulen, pfeifen, rauschen, toben, tosen - purl, sough (en) - toeterenhupen, schreien - neuriënbrummen, singen, summen - knarpen, knarsen, knerpen, knersen, knisperen, knisteren, kraken, krakken, krassenknistern, kratzen - fluiten, gieren, gillen, huilen, knarpen, knarsen, knerpen, knersen, kraken, krakken, krijsen, piepenächzen, knarren, knirschen, kreischen, quietschen, stöhnen, wimmern - poltern - kleppen, klepperen, rammelen, rammelen metklappern, klappern mit - chirr, clitter, stridulate (en) - drown out (en) - doen rinkelen, klingelen, rinkelen, rinkinken, tingelen, tinkelenbimmeln, klimpern, klimpern mit, klingeln, klirren, schrillen - scream (en) - terugslaanfehlzünden - uitluidenausläuten, ballern, erklingen, erschallen, ertönen, herausklingen, knallen, krachen, schallen - schetteren, uitgalmenschmettern[Spéc.]

dissonantie, geruisDissonanz, Lärm - geluid, geruis, ruisGeräusch, Rauschen[Dérivé]

doof maken, verdovenbetäuben, taub machen[Domaine]

erschallen (v. intr.) • herrie maken (v.) • huishouden (v. intr.) • kabaal maken (v.) • Klamauk machen (v.) • lärmen (v.) • Lärm machen (v.) • Rabatz machen (v.) • Radau machen (v.) • randalieren (v.) • resoneren (v. intr.) • tekeergaan (v. intr.)

-