give (en) - peep (en) - projecteren, projectie — proyectar - do justice (en) - enseñar rápidamente - vertonen — estrenar, proyectar - etaleren, laten zien, ontplooien, pronken, tentoonstellen, tonen, uitstallen, vertonen — desarrollar, exhibir, exponer, mostrar - fly (en) - resaltar - laten zien — mostrar - definiëren - reflect (en) - etch (en)[Spéc.]
geiten, grootdoen, koketteren met, opsnijden, paraderen, pochen, pralen met, prijken, pronken, pronken met, protsen met, snoeven, snoeverij, te koop lopen met, vaandelzwaaien, vendelzwaaien, zich aanstellen, zich er brutaal doorheen slaan — alardear, baladronear, bravatear, bravear, bravuconear, darse importancia, darse tono, darse tono/humos, echárselas de grande, fanfarronear, fardar, hacer alarde de, hacer gala de, hacer ostentación de, jactarse, ostentar, pavonearse, plantar cara[Analogie]
benevelen, binnenhouden, camoufleren, geheimhouden, gemaskeerd, maskeren, schuilen, schuilhouden, stilhouden, verbergen, verbloemen, verdoezelen, verheimelijken, verhelen, verhullen, verschuilen, versluieren, verstoppen, verzwijgen, wegduiken, wegkruipen, wegschuilen, wegstoppen — arrebozar, disfrazar, disimular, esconder, ocultar[Ant.]
betonen (v.) • enseñar (v.) • getuigen (v. intr.) • laten zien (v.) • mostrar (v.) • tentoonspreiden (v. trans.) • tonen (v.) • vertonen (v. trans.)
-