» 

diccionario analógico

spoelenflush - gulpen, gutsen, pletsen, stromengush, jet - stromensurge, tide - circulate - kolken, werveleneddy, purl, swirl, whirl, whirlpool - run off, waste - aflopenrun down - gieten, stromenpour - druppen, knoeien, morsen, vergietenrun out, spill - stromenstream, well out - afdruipen, biggelen, binnendruppelen, doorlopen, dribbelen, druipen, druppelen, kwijlen, siepelen, sijpelen, zeveren, zijpelendribble, drip, filter, trickle - aflopen, laten weglopen, lozen, weglopendrain, run out - lekken, siepelen, sijpelen, zijpelenooze, seep - gutter[Spéc.]

beek, doorstroming, stroming, stroom, verkeersdoorstromingflow, leaking, stream - stroomflow, flowing - discharge, outpouring, run - koers, loopcourse, trend - beekbrooklet, rill, rivulet, run, runnel, streamlet - stroomsnelheidcurrent velocity, flow, flow rate, rate of flow, stream velocity, velocity of flow[Dérivé]

doortrekkenflush - flow - gieten, inschenken, schenken, tappenpour[Cause]

overlopen, overstromenbrim over, flow over, overflow, overrun, run over, well over[Domaine]

afleiden van, ontvloeien, voortvloeien, voortvloeien uitbe due, ensue from, flow from, spring[Analogie]

course (v.) • feed (v. trans.) • flow (v. intr.) • leak (v. intr.) • lekken (v. intr.) • lopen  • run (v.) • stream (v. intr.) • stromen (v. intr.) • uitlopen (v. intr.) • uitmonden (v.) • uitstromen (v. intr.) • uitvloeien (v. intr.) • vallen (v. intr.) • vervloeien (v.) • vlieten (v. intr.) • vloeien (v. intr.)

-