Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
se déplacer en passant par un lieu (fr)[Classe]
bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen — andar, caminhar, deslocar-se, ir[Hyper.]
passant, passante, voorbijganger, voorbijgangster — pedestre, transeunte[Dérivé]
lopen langs, omzeilen, varen langs - passar por - omvliegen, vliegen, voorbijsnellen, voorbijvliegen - voorbijsnellen - dejar atrás (es)[Spéc.]
passant, passante, voorbijganger, voorbijgangster — pedestre, transeunte[Dérivé]
ir (v.) • langskomen (v.) • langsrijden (v.) • passar de largo (v.) • passar por • passeren (v.) • voorbijgaan (v. intr.) • voorbijkomen (v.) • voorbijlopen • voorbijrijden (v.) • voorbijvaren (v.)
-