Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
beklimming, bestijging, Hemelvaart, opkomst, opstijging, verhoging — arrampicata, ascensione, ascesa, montata, rialzo, risalita, salita, scalata - het optrekken — alzata, ascensore, elevamento, innalzamento, strappo - beklimming, hemelvaart, stijging — ascesa, rialzo, salita, scalata[Dérivé]
stromen — agirarsi, sollevarsi - beklauteren, beklimmen, bestijgen, klimmen, klimmen in, klimmen op, omhooggaan, omhoogklimmen, opklimmen, opstijgen, stijgen — arrampicare, arrampicarsi, arrampicarsi su, montare su, salire, salire su, scalare, scavalcare, superare - remontar (es) - gebouwd worden — essere costruito - de hoogte invliegen, omhoogschieten, omhoog vliegen, snel stijgen - uplift (en) - chandelle (en) - dampen, perspireren, stomen, transpireren, uitdampen, uitwasemen, wasemen — fumare - opkomen, rijzen — nascere, sorgere, spuntare - remonter (fr) - burbujear (es)[Spéc.]
beklimming, bestijging, Hemelvaart, opkomst, opstijging, verhoging — arrampicata, ascensione, ascesa, montata, rialzo, risalita, salita, scalata - het optrekken — alzata, ascensore, elevamento, innalzamento, strappo - beklimming, hemelvaart, stijging — ascesa, rialzo, salita, scalata[Dérivé]
opheffen — alzare, elevare, innalzare, issare, levare, rialzare, rizzare, sollevare - beuren, heffen, lepelen, lichten, omhooghalen, omhoogtillen, opbeuren, ophalen, opheffen, ophogen, oplaten, oplichten, opnemen, oprichten, opspuiten, opsteken, optillen, opzetten, tillen, verheffen, verhogen, verzetten — adergere, alzare, elevare, ergere, innalzare, issare, levare, rialzare, rialzarsi, sollevare, sollevarsi[Cause]
doen opstijgen en zweven — levitare, librarsi - een hoogtepunt bereiken, pieken[Domaine]
losbarsten, losbreken, ontspringen, opduiken, rijzen, uitbarsten, uitbreken — emergere, insorgere[Analogie]
ascendere (v.) • assurgere (v.) • elevarsi (v. pron.) • innalzarsi (v. pron.) • klimmen (v. intr.) • levarsi (v. pron.) • montare (v.) • omhooggaan (v.) • omhoogkomen (v. intr.) • opgaan (v. intr.) • opkomen (v. intr.) • optrekken (v.) • opvaren (v.) • salire (v.) • sorgere (v. intr.) • stijgen (v.)
-