Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen — desplazarse, ir, moverse, viajar[Hyper.]
automobilisme — automovilismo - bosweg, paardjesmolen, rit, toer, tour — viaje - brede rijweg met mooi aangelegd landschap — alameda, avenida, paseo - oprijlaan — camino de entrada, de entrada camino - aandrijving, motor — motor - autobestuurder, automobilist, automobiliste — automovilista, conductor[Dérivé]
weggedrag — automoción, automovilismo - nemen — tomar - karren, omrijden, rijden — ir, ir en, montar, pasear en coche[Domaine]
automobilisme — automovilismo - bosweg, paardjesmolen, rit, toer, tour — viaje - brede rijweg met mooi aangelegd landschap — alameda, avenida, paseo - oprijlaan — camino de entrada, de entrada camino - aandrijving, motor — motor - autobestuurder, automobilist, automobiliste — automovilista, conductor[Dérivé]
nemen — tomar[Domaine]
berijden (v. trans.) • ir en coche (v.) • manejar (v. trans.) • per auto reizen (v.)
-