Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
tenir en place[Hyper.]
arrest, oponthoud, séjour, verblijf — séjour[Dérivé]
migreren, verhuizen, verkassen — déménager[Ant.]
blijven (v.) • op zijn plaats blijven • overnachten (v. intr.) • rester (v.) • rester tranquille
-