» 

diccionario analógico

get, get under one's skin (en) - op de iemand zenuwen werkenjemandem auf die Nerven gehen - ergeren, vervelenanöden, ärgern, fuchsen, langweilen, nerven, reizen - descomponer, perturbar (es) - fret (en) - bekvechten, ergeren, iemand ergeren, iemand lastig vallen, lastigvallen, moeilijkheden bezorgen, storenbelästigen, beunruhigen, schikanieren - cizañar, enemistar (es)[Spéc.]

dérangeur (fr)[PersonneQui~]

ergernis, irritatieÄrgernis - apenstreek, apestreek, baldadigheid, kattekwaad, kattenkwaad, kwajongensstreek, ondeugendheid, schelmenstreekDummejungenstreich, Teufelei, Teufelskunst, Unfug - verergeringReizung, Verschlimmerung - chagrijn, sacherijn - espina, irritación (es) - driftbui, irritatie, piquéReizung - plaaggeestHänsler, Quälgeist - irritatieReizung[Dérivé]

chafe (en)[Domaine]

ärgern (v.) • bedrängen (v.) • beduvelen (v.) • behelligen (v. trans.) • belästigen (v. trans.) • donderen (v. intr.) • donderjagen (v.) • donderstenen (v.) • donderstralen (v.) • du(i)veljagen (v.) • duvelen (v.) • duveljagen (v.) • ergeren (v.) • etteren (v. intr.) • gallen (v.) • hinderen (v. trans.) • hindern (v. trans.) • irriteren (v.) • jemanden verstimmen  • klieren (v.) • klooien (v.) • kloothannesen (v.) • kloten (v.) • lastig vallen (v. trans.) • lazerstralen (v.) • op de heupen werken (v.) • pesten (v.) • plagen (v.) • rotzooien (v. intr.) • sodemieteren (v.) • storen (v. trans.) • stören (v. trans.) • stoten (v.) • vallen (v. intr.) • verärgern (v.) • verdrießen (v. trans.) • vervelen (v.) • zusetzen (v.)

-