» 

diccionario analógico

tirar, tirónrukken, snokken, zenuwachtig bewegen - pull back (en) - efectuar la aducción - abduct (en) - oprekken, rekken, uiteenrukken, uitrekken, uitstrekken, uittrekken - pick, pluck, plunk (en) - arrastrar, dar un estirón, remolcarrukken, sjorren, sleuren - arrastrar, llevar a rastras, tirardoortrekken, meeslepen, sjorren, sjouwen, slepen, sleuren, voortslepen, zeulen - acarrear, arrastrar, carretear, tirar, tirar deslepen - atraeraantrekken, inpalmen, intrekken - tirarrukken, snokken - levantar con un tornomet een windas omhooghijsen - arrancar, desplumar, pelarafpeuteren, afpulken, lospeuteren, peuren, peuteren, pulken, punniken, trekken[Spéc.]

calada, tirón, tracciónhaal, slok, trek - acarreo, arrastre, transportebuit, poet, roofgoed, tractie, verovering - draft, draught, drawing (en) - dragger, industrial tow tractor, industrial tractor, puller, towing tractor, tow tractor, tractor truck, tugger (en) - fuerzakracht[Dérivé]

arrastrar, halar, jalar, tirar, tirar detrekken - draw, pull (en)[Domaine]

extraeruittrekken - allanar, aplanar, arrasar, demoler, derribar, destruir, explanar, hacer uniforme, igualar, rasar, romper, terraplenarafbreken, afhangen, met de grond gelijk maken, neerhalen, omvertrekken, opbreken, slechten, slopen, vernielen, wegbreken[Analogie]

apretar, empujaraanduwen, douwen, drukken, duwen, opschuiven, persen[Ant.]

arrastrar (v. trans.) • estirar (v. trans.) • tirar (v. trans.) • trekken (v.) • voorttrekken (v. trans.)

-