» 

diccionario analógico

overlopen, overstromen, overvloeienanegar, desbordarse, inundar - ensangrentar - aanslaan, benevelen, beslaan, beslagen, met een waas bedekken, verfilmen, vertroebelencubrirse, empañarse, nublar, nublarse - glaciate (en) - cover, strew (en) - grass, grass over (en) - aanbakken, aankoeken, bedekken, dekken, hechten, kleven, plakken, vastbakken, vastkoekenaglutinarse, estar cubierto de, pegar, pegarse - omkomen, overstemmen, stikken, verdrinken, verzuipenahogar, apagar, cubrir - mantle (en) - bedekken - met een tapijt bekledencubrir con una alfombra - smother (en) - shroud (en) - cloak, clothe, drape, robe (en)[Spéc.]

bandencuadernación - dekkleed, hor, kamerscherm, scherm, vliegenraam, vouwschermbiombo, pantalla - bedekking, begroeiing, compost, dekblad, deksel, huis, hulsel, kas, laag, omhulsel, omkleding, omkleedselabono, capa, cobertor, cubierta, envoltura, protección[Dérivé]

afdekken, afdekken met, bedekken, bedekken met, behangen, dekken, omsluieren, overdekken, overdekken met, toedekkencubrir, cubrir con, poner, recubrir, tapar, tapar con[Domaine]

cubrir (v. trans.) • overdekken (v. trans.) • verbreiden (v. trans.) • verspreiden (v. trans.)

-