bekvechten, ergeren, iemand ergeren, iemand lastig vallen, lastigvallen, moeilijkheden bezorgen, storen — belästigen, beunruhigen, schikanieren - bovenhalen, evoceren, evoqueren, ontlokken, opgeilen, oproepen, oproeping, opvrijen, opwinden, prikkelen, wekken — entfachen, entfesseln, erregen, erwecken, evozieren, reizen, stimulieren, wecken, zünden - begeesteren, enthousiasmeren, motiveren, opwarmen, provoceren, tarten, uitlokken[Dérivé]

ellendig, ergerlijk, tergend — provokativ, provokatorisch, provozierend - challenging, intriguing (en) - charged (en) - incendiario, sedicioso (es) - bezielend — aufrüttelnd[Similaire]

unprovocative, unprovoking (en)[Ant.]

aufreizend (adj.) • herausfordernd (adv./adj.) • provocatief (adv./adj.) • provocerend (adv./adj.) • provokant (adv./adj.) • provokatief (adv./adj.) • provokativ (adv./adj.) • provokatorisch (adv./adj.) • provozierend (adv./adj.) • tergend (adv./adj.) • uitdagend (adv./adj.)