Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
een praatje houden; een toespraak houden; speechen; spreken; een redevoering houden; een speech houden[ClasseParExt.]
exprimer (la pensée) d'une façon monotone (fr)[Classe]
avoir des difficultés à parler (fr)[Classe]
faire ressortir, insister sur qqch (fr)[Classe]
parler beaucoup (fr)[Classe]
dire qqch de discutable (fr)[Classe]
(veel)[Caract.]
gebrabbel, gekwebbel, gesnater — ぺちゃくちゃ - bombast, fustein, gezwollenheid, hoogdravendheid, lyrisme, pathos, retoriek — ごうご, 豪語 - donderpreek, donderspeech — ししく, 大演説, 獅子吼 - wagenladder - keuvelaar — お喋り - babbelaar, babbelaarster, babbelkous, kakel, klep, klepzeiker, klessebes, klets, kletser, kletskont, kletskop, kletskous, kletsmajoor, kletsmeier, kletstante, kwebbel, kwek, leuteraar, leuterkous, lulmeier, ratel, rebbel, teut, teutebel, theetante, wauwel, wauwelaar - hoogdravend spreker[Dérivé]
bafouillant (fr)[Qui~]
débit (fr) - bafouillage, bafouillis (fr) - allemaal onzin, flauwekul, zever, zottenklap, zottenpraat — たわごと, ばかげた話[Nominalisation]
splutterer (en) - blablateur (fr)[PersonneQui~]
gebrabbel, gekwebbel, gesnater — ぺちゃくちゃ - bombast, fustein, gezwollenheid, hoogdravendheid, lyrisme, pathos, retoriek — ごうご, 豪語 - donderpreek, donderspeech — ししく, 大演説, 獅子吼 - wagenladder - keuvelaar — お喋り - babbelaar, babbelaarster, babbelkous, kakel, klep, klepzeiker, klessebes, klets, kletser, kletskont, kletskop, kletskous, kletsmajoor, kletsmeier, kletstante, kwebbel, kwek, leuteraar, leuterkous, lulmeier, ratel, rebbel, teut, teutebel, theetante, wauwel, wauwelaar - hoogdravend spreker[Dérivé]
-