verbuchen - inklokken — stechen, stempeln - op de band opnemen, opnemen, tapen — aufnehmen, auf Tonband aufnehmen - accession (en) - post (en) - ring up (en) - manifest (en) - graveren, griffelen, griffen, ingraveren — einschreiben - aantekenen, noteren, opschrijven, optekenen — anmerken, anschreiben, aufführen, aufschreiben, aufzeichnen, mitschreiben, niederschreiben, notieren, vermerken, verzeichnen, vormerken - administreren, ficheren — abheften - documenteren - in het logboek opschrijven — ins Logbuch eintragen - op de meter brengen — fahren - filmen, verfilmen — filmen - grabar (es) - een foto nemen, flitsen, fotograferen, kieken, knippen — fotografieren, knipsen, photographieren - de stand bijhouden, turven — aufschreiben - notch (en) - bewaren — behalten - filmen, met een waas bedekken, verfilmen — trüben - inschrijven, notificeren, optekenen, protocolleren, registreren — eintragen, erfassen, registrieren - beboeten met, een boete opleggen, een geldboete opleggen, proces-verbaal opmaken, verbaliseren, verbalizeren — büßen, eine Geldbuße auferlegen, eine Geldstrafe auferlegen, ein Strafmandat erteilen, mit einer Buße belegen, mit einer Geldstrafe belegen[Spéc.]

appareil d'enregistrement, enregistreur (fr)[CeQui~]

opname, opnemen, registratie — Aufnahme, Aufnehmen, Aufzeichnen, Aufzeichnung, Registrierung[Nominalisation]

enregistrable (fr)[QuiPeutEtre]

réenregistrer (fr)[A Nouveau]

recorder - post — Eintragung - bewijsstuk - arts-assistent, assistent-arts, griffier, registratieambtenaar — Standesbeamte, Standesbeamtein - bescheid, bescheiden, stukken, verslag — Aufzeichnung, Beleg[Dérivé]

abgeben  • aufnehmen (v. trans.) • aufzeichnen (v. trans.) • een opname maken (v. intr.) • eine Aufnahme machen (v. intr.) • festhalten (v. trans.) • opnemen (v. trans.) • optekenen (v. trans.) • registreren (v. trans.) • registrieren (v. trans.) • vastleggen (v. trans.)