» 

diccionario analógico

afdingen, afpingelen, dingen, marchanderen, negotiëren, onderhandelen, pingelen, sluitennegociar - negociate (en) - conferenciar - beraadslagen, bomen, discussiëren, discuteren, disputeren, overleggen, parlementeren, redekavelen, redetwisten, twisten, verstaan, zich beradendebatir, deliberar sobre, discutir - afwegen, beraadslagen, doordenken, erover denken, overleggen, overleg plegen, overwegen, peinzenconsiderar, dar vueltas a, deliberar, medir, sopesar - intercambiar - chair, lead, moderate (en) - aanraden, adviseren, advizeren, begeleiden, coachenaconsejar, asesorar - beraadslagen, confereren, consulteren, konfereren, overleggen, vergaderenacordar, celebrar junta, celebrar una conferencia, celebrar una reunión, confabular, conferenciar, debatir - aanspreken, brootsen, ter sprake brengenmentar - bandy about (en) - tot stand brengen met grote inspanninglograr[Spéc.]

bespreking, gesprekdiscusión, palabra - discussant (en)[Dérivé]

bediscussiëren (v.) • bepraten (v. trans.) • bespreken  • bomen (v.) • discussiëren (v.) • discuteren (v.) • discutir (v.) • discutir sobre  • disputeren (v. trans.) • doornemen (v. trans.) • doorpraten (v. trans.) • entrar en detalles (v.) • hablar de  • hablar de/sobre  • nababbelen (v. intr.) • nakaarten (v. intr.) • napraten (v. intr.) • parlementeren (v.) • redekavelen (v.) • redetwisten (v. intr.) • twisten (v. intr.) • voorleggen aan

-