» 

diccionario analógico

estar de acuerdo acerca dehet eens zijn over[ClasseHyper.]

overeenstemming - concurrence, concurrency (en) - armonía, concierto, concordancia, concordiaharmonie - agreeable (en)[Dérivé]

acordar, avenirse, concordar, convenir, estar de acuerdo, llegar a un acuerdo, ponerse de acuerdohet eens worden[Domaine]

de acuerdo no estar, diferenciarse, diferir, discordar, discordar de, discordar en, discrepar, disentir, disentir acerca de, disentir de, disentir en, disentir sobre, distinguirse, estar en desacuerdo, estar en desacuerdo con, no compartir la misma idea, no estar de acuerdoeen andere mening toegedaan zijn, het niet eens zijn, het niet eens zijn met, het niet eens zijn over, het oneens zijn, het oneens zijn met, het oneens zijn over, van mening verschillen, van mening verschillen met, van mening verschillen over[Ant.]

acordar, arreglar, decidir, fijar, planear, planificarafdoen, afhandelen, afwerken, afwikkelen, regelen, schikken, vereffenen - aceptar, adaptarse, aprender a vivir con algo, conciliar, llegar a un acuerdo/arreglo/entendimientoafdoen, afhandelen, afwerken, afwikkelen, bijleggen, conciliëren, herenigen, het eens worden, reconciliëren, verzoenen, verzoenen met zich - de acuerdo con estar alguien, estar de acuerdo con alguienhet eens zijn met - ceder, conceder, otorgartoestaan - aanhangen - decidir, resolverbesluiten - plooien[Spéc.]

sólo tienes que dedirloje hoeft het alleen maar te zeggen - overeenstemming - concurrence, concurrency (en) - armonía, concierto, concordancia, concordiaharmonie - ¡estoy contigo![Dérivé]

concordarafspreken, het eens zijn, kiezen, overeenstemmen, toestemmen[Devenir+Attrib.]

avenirse, llegar a una avenencia con, transigir coneen kompromis sluiten met, laveren, navigeren, plooien, schipperen, tot een vergelijk komen met, transigeren - acordar, avenirse, concordar, convenir, estar de acuerdo, llegar a un acuerdo, ponerse de acuerdohet eens worden[Domaine]

de acuerdo no estar, diferenciarse, diferir, discordar, discordar de, discordar en, discrepar, disentir, disentir acerca de, disentir de, disentir en, disentir sobre, distinguirse, estar en desacuerdo, estar en desacuerdo con, no compartir la misma idea, no estar de acuerdoeen andere mening toegedaan zijn, het niet eens zijn, het niet eens zijn met, het niet eens zijn over, het oneens zijn, het oneens zijn met, het oneens zijn over, van mening verschillen, van mening verschillen met, van mening verschillen over[Ant.]

aansluiten (v.) • accorderen (v.) • bijvallen (v.) • coincidir (v.) • de acuerdo con estar (v.) • de acuerdo estar (v.) • eens zijn met  • estar de acuerdo (v.) • estar de acuerdo acerca de (v. trans.) • estar de acuerdo con (v. trans.) • fiatteren (v. trans.) • goedkeuren (v. trans.) • goedvinden (v. trans.) • het eens zijn met (v.) • het eens zijn over (v.) • instemmen (v.) • meegaan met  • onderschrijven (v. trans.) • ondersteunen (v. trans.) • overeenkomen (v.) • sanctioneren (v.) • schragen (v. trans.)

-