Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
déterminer la valeur d'une quantité (fr)[Classe]
descomponer; analizar — analyseren; analyzeren; ontleden[Classe]
regarder (fr)[Classe...]
factotum (en)[Domaine]
IntentionalPsychologicalProcess (en)[Domaine]
cantidad, cuanto, medida, quantum — gehalte, graad, grootheid, hoeveelheid, kwantiteit, maat, maatstelsel, mate, meting - evaluación, taxación — evaluatie, kijkcijfer - medición, medida, mensuración — experiment, het meten, maatstelsel, meten, meting, onderzoeking, probeersel, proef, proefneming, test, toets, toetssteen - medida — maat, maatlepel, maatstelsel - valor — waarde - evaluación, valoración, valorización — beoordeling, waardering - aforo, apreciación, aprecio, avaluación, avalúo, justipreciación, justiprecio, tasa, tasación, valoración — berekening, evaluatie, inschatting, kijkcijfer, taxatie, taxatieprijs - apreciador, valuador — taxateur - tasador — taxateur - apreciador - asesor, evaluador, juez — beoordelaar, jurylid, rechter, richter - tasador — assessor, bijzitter, schade-expert - precio, valor, valor económico — economische waarde, handelswaarde, waar voor zijn geld - evaluativo — schattings, taxatie- - assessable (en)[Dérivé]
beoordelen, schatten[Domaine]
puntuar — nakijken - tasar, valorar, valorizar — geschat worden - standardise, standardize (en) - cambiar de idea, cambiar de opinión, cambiar de parecer, pensarlo mejor — herijken, herschatten, herwaarderen, overstag gaan, revalueren, van gedachte veranderen, van mening veranderen, zich bedenken - censurar — censureren, censuur - ensalzar — aanbevelen, aanprijzen, loven, prijzen, recommanderen, roemen, zegenen[Spéc.]
appréciation (fr)[Nominalisation]
cantidad, cuanto, medida, quantum — gehalte, graad, grootheid, hoeveelheid, kwantiteit, maat, maatstelsel, mate, meting - evaluación, taxación — evaluatie, kijkcijfer - medición, medida, mensuración — experiment, het meten, maatstelsel, meten, meting, onderzoeking, probeersel, proef, proefneming, test, toets, toetssteen - medida — maat, maatlepel, maatstelsel - valor — waarde - evaluación, valoración, valorización — beoordeling, waardering - aforo, apreciación, aprecio, avaluación, avalúo, justipreciación, justiprecio, tasa, tasación, valoración — berekening, evaluatie, inschatting, kijkcijfer, taxatie, taxatieprijs - apreciador, valuador — taxateur - tasador — taxateur - apreciador - asesor, evaluador, juez — beoordelaar, jurylid, rechter, richter - tasador — assessor, bijzitter, schade-expert - precio, valor, valor económico — economische waarde, handelswaarde, waar voor zijn geld[Dérivé]
beoordelen, schatten[Domaine]
dankbaar zijn voor (v.) • evaluar (v.) • evalueren (v.) • examinar (v. trans.) • koersen (v. trans.) • meten (v. trans.) • monsteren (v. trans.) • nabespreken (v.) • opnemen (v. trans.) • ramen (v. trans.) • schatten (v. trans.) • tasar (v. trans.) • valorar (v.)