vergeten — propuštati, propustiti, zaboraviti, zaboravljati - overslaan, overspringen, passeren, skippen — preskočiti nešto, zaobići, zaobilaziti[Spéc.]

nalatig, weglatend[QuiSubit~]

container, deletie, omissie, verzuim, weglating — previd, propust - achteloosheid, nalatigheid, omissie, onachtzaamheid, onverzorgdheid, onvoorzichtigheid, onzorgvuldigheid, roekeloosheid, slordigheid, veronachtzaming, verwaarlozing — aljkavost, bezbrižnost, nebriga, nehaj, nemar, nemarnost - het weglaten, weglating — ispuštanje - preterición (es) - neglecter (en)[Dérivé]

iets ernstig opvatten, serieus nemen, ter harte nemen, zich iets aantrekken, zich iets aantrekken van — izvršavati, izvršiti, poslušati savjet, posvećivati se, posvetiti se, prianjati, prionuti, shvatiti ozbiljno, uzeti ozbiljno, uzeti savjet k srcu, uzeti za ozbiljno[Ant.]

ispustiti  • izostaviti (v.) • izostavljati (v.) • nalaten (v. trans.) • ontgaan (v. trans.) • over het hoofd zien (v. trans.) • overslaan (v.) • overspringen (v.) • previđati (v.) • propuštati (v.) • propustiti (v.) • skippen (v.) • vergeten (v.) • voorbijzien (v. trans.) • weglaten  • zanemarivati (v.)