asphyxiate, stifle, suffocate (en) - de pijp aan Maarten geven, het loodje leggen - udaviti, udaviti se — verdrinken, verzuipen - umreti pre — eerder overlijden dan, eerder sterven dan, sterven vóór - biti mrtav glada — de hongerdood sterven, doodhongeren, hongeren, honger hebben erge, honger lijden, van honger omkomen, verhongeren - pasti, poginuti - podleći — bezwijken - leknout (cs) - aborteren, abortus plegen[Spéc.]

dying (en) - stervend[Qui~]

smrtan, zemnik — srefelijk, sterfelijk, sterfelijke[QuiPeut~]

postradalnik — gedoemde, hopeloos geval, ten dode opgeschrevene[PersonneQui~]

disparition (fr)[Nominalisation]

oterati u grob — dood, doodsoorzaak, sterfgeval - koersverlies - odlazak, smrt, umiranxe — dood, doodsoorzaak, einde, heengaan, overlijden, sterfgeval, verscheiden - La Muerte (es) - pokojni, pokojnik, мртвац, покојник — afgestorvene, overledene - smrt, смрт — dood - doodstraf - dood, doodstraf - llegar la hora (es)[Dérivé]

usmrtiti — doden, doodmaken, kapotmaken, om het leven brengen[Cause]

ostaviti — achterlaten, overlaten - afslaan, bezwijken, blijven steken, defect raken, falen, het begeven, het laten afweten, het opgeven, kapotgaan, stranden, stukgaan, uitfloepen, vastlopen, weigeren - die (en)[Domaine]

nastati, roditi se — geboren worden, geboren zijn[Ant.]

creperen (v. intr.) • crknuti (v.) • de pijp uitgaan (v. intr.) • expireren (v.) • heengaan (v. intr.) • het loodje leggen (v. intr.) • het tijdelijke met het eeuwige verwisselen (v. intr.) • inslapen (v. intr.) • insluimeren (v. intr.) • izdahnuti (v.) • kapotgaan (v. intr.) • kreperen (v. intr.) • nestati (v.) • om het leven komen (v.) • omkomen (v.) • ontslapen (v. intr.) • overlijden (v. intr.) • peigeren (v.) • preminuti  • teloorgaan (v. intr.) • tenietgaan (v. intr.) • uginuti (v.) • uitsterven (v. intr.) • umreti (v.) • verrekken (v. intr.) • verscheiden (v. intr.) • versmachten (v.)