Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.032s
cuire (des aliments) (fr)[Classe]
préparer qqch par une cuisson (fr)[Classe]
cambiar físicamente (es)[Hyper.]
het koken, keuken, kook-, kookkunst — Kochen, Kochkunst, Küche - cuisinier, keukenmeid, keukenprinses, kok, kokkin — Koch, Koch/Köchin, Köchin[Dérivé]
koken — kochen[Domaine]
bakken, opbakken — backen - aanbraden, bruinbakken, bruinen, bruineren, fruiten — anbraten, bräunen, rösten, schwitzen - coddle (en) - gezouten, inpekelen, inzouten, marineren, pekelen, zouten - opwarmen in de magnetron — in der Mikrowelle erhitzen oder kochen - blancheren — blanchieren - verpieteren — verbraten, verkochen - frikassieren - stoven — dämpfen, dünsten, schmoren - braden, roosteren — braten, brutzeln, rösten - braiseren, smoren — schmoren - bakken, braden, uitbakken — braten, frittieren - grillen, grilleren, roosteren — grillen - stomen — andünsten, dämpfen, dünsten - pressure-cook (en) - pocheren — pochieren[Spéc.]
het koken, keuken, kook-, kookkunst — Kochen, Kochkunst, Küche - cuisinier, keukenmeid, keukenprinses, kok, kokkin — Koch, Koch/Köchin, Köchin[Dérivé]
cuisson (fr) - cuite (fr) - het bakken — Backen[Nominalisation]
inbranden, uitgloeien — enthärten - recuire (fr)[A Nouveau]
cuiseur (fr)[CeQui~]
cuiseur (fr)[PersonneQui~]
rociar (es) - mask (en) - bereiden, brouwen, klaarmaken, koken, toebereiden — kochen - koken — kochen[Domaine]
backen (v. trans.) • bakken (v. trans.) • bereiden (v.) • braden (v. trans.) • braten (v. trans.) • brodeln (v. intr.) • brouwen (v. trans.) • garen (v.) • klaarmaken (v. trans.) • kochen (v. trans.) • koken (v. trans.) • sieden (v. intr.) • toebereiden (v.)
-