» 

diccionario analógico

opkrikken; opvijzelen; verbeteren; veredelen; beter makenbessern; aufmöbeln; aufbessern; verbessern; hochzüchten; veredeln; besser machen[ClasseHyper.]

helpen, veranderenbewegen[Hyper.]

verbetering, verheffingVerbesserung - stijging, verbetering, veredelingVerbesserung - adición, suma (es) - better (en) - maatschappijhervormer, wereldhervormer, wereldverbeteraar - verbeteringVerbesserung - verbeterd - verbeterbaarabänderlich[Dérivé]

beste, beterbesser, Bessere[Rendre+Attrib.]

beter maken, beter worden, verbeteren, vooruitgaan, vooruitkomen, vorderensich bessern, verbessern[Cause]

erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwarenerschweren, eskalieren, schlechter machen, schlimmer machen, verschlechtern, verschlimmbessern, verschlimmern[Ant.]

lenigen, ontlasten, opluchten, verlichten, verzachtenentlasten, erleichtern, lindern, mildern - helpen, helpen verminderen, meehelpen, uithalenaufhelfen, helfen, lindern - regenerieren - alcoholiseren, verrijkenbereichern, verbessern - build up, develop (en) - turn around (en) - help (en) - actualizar (es) - conditionerengestalten - corrigeren, emenderen, herwerken, korrigeren, nakijken, nazien, verbeterenkorrigieren, nachschauen, nachsehen, verbessern - beredderen, gladstrijken, in orde maken, rechtzetten, redderen, verbeterenausbügeln, berichtigen, glätten, in Ordnung bringen, korrigieren, richtigstellen, verbessern, wiedergutmachen - intensiverenerhöhen - boeten, dokteren, herstellen, maken, redresseren, repareren, vijlenausbessern, flicken, machen, reparieren, wiederherstellen, wieder instandsetzen - reform (en) - hervormenbessern - mooi maken, opsmukken, verfraaienausschmücken, dekorieren, schönmachen, schön machen, verbrämen, verschönen, verschönern - build (en) - bijwerken, perfectioneren, perfektioneren, vervolmaken, volmakenperfektionieren, verbessern, vervollkommnen, vollenden - bijschaven, boenen, gladslijpen, oppoetsen, raffineren, schaven, uitboenen, verfijnenraffinieren, verfeinern - flocculeren, zuiverenreinigen - dar frutos, fructificar (es) - alzar, elevar, levantar (es) - advance (en) - upgrade (en) - instrueren, opleiden, scholenerziehen, instruieren, schulen, unterrichten[Spéc.]

stijging, verbetering, veredelingVerbesserung[Nominalisation]

bebouwbaarsteigerungsfähig[QuiPeutEtre]

améliorant, bonifiant, méliorant (fr) - améliorateur (fr)[Qui~]

verbetering, verheffingVerbesserung - adición, suma (es) - better (en) - maatschappijhervormer, wereldhervormer, wereldverbeteraar - verbeteringVerbesserung[Dérivé]

beter maken, beter worden, verbeteren, vooruitgaan, vooruitkomen, vorderensich bessern, verbessern[Domaine]

erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwarenerschweren, eskalieren, schlechter machen, schlimmer machen, verschlechtern, verschlimmbessern, verschlimmern[Ant.]

aufsteigen (v. intr.) • besser machen (v. trans.) • beteren (v.) • beter maken (v. trans.) • bijspijkeren (v.) • bijstellen (v. trans.) • bijwerken (v. trans.) • fördern (v. trans.) • hochzüchten (v. trans.) • perfectioneren (v. trans.) • sich verbessern (v.) • vervolmaken (v. trans.)

-