» 

diccionario analógico

probuditi, probuditi se, razbuditi se, trgnuti seontwaken, opwekken, wakker maken, wakker worden, wekken - izgubiti svest, onesvestiti sebewusteloos worden, flauwvallen, het bewustzijn verliezen, onderuitgaan, tegen de vlakte gaan, wegraken - povratiti svestbijkomen, reanimeren, weer bij kennis komen, weer tot bewustzijn komen - napeti seopspannen, spannen - odmarati se, odmoriti, opustiti se, raskomotiti sedoen alsof je thuis bent, loskomen, ontdooien, ontspannen, relaxen, versoepelen, zich ontspannen, zich verpozen, zijn gemak ervan nemen - mrsxati, mrsxaviti, smršati, stesati seaan de lijn doen, afkleden, afslanken, afsmelten, afvallen, diëten, lijnen, vermageren, versmelten, wegsmelten - udeblxati se, ugojiti seaankomen, dikker worden, dik worden, verdikken - obućiaankleden, kleden - cross-fertilise, cross-fertilize (en) - zatrudnetizwanger raken, zwanger worden - deconfessionaliseren, ontkerstenen, verwereldlijken - citrate (en) - balanceren - vallen - docxi u stanxe, postajati, postatigaan, geraken, komen, raken, treden, worden - pogorsxati se, smanjitiachteruitgaan, achteruithobbelen, achteruitmarcheren, bederf, degeneratie, ontaarding, verarmen, verscherpen, verslechteren, verval, verwording - poboljšati, poboljšati se, pobolxsxati se, popraviti sebeter maken, beter worden, verbeteren, vooruitgaan, vooruitkomen, vorderen - disengage (en) - overgrow (en) - koncentrovaticoncentreren - probitibreken, de baard in de keel hebben, overslaan, van stem wisselen - verzuren - alkaliseren - ioniseren - verbenen - catalyse, catalyze (en) - vratiti serecidiveren, terugvallen, verslechteren - fluktuiratischommelen - estallar, explotar (es) - crknuti, izdahnuti, nestati, preminuti, uginuti, umreticreperen, de pijp uitgaan, expireren, heengaan, het loodje leggen, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, inslapen, insluimeren, kapotgaan, kreperen, om het leven komen, omkomen, ontslapen, overlijden, peigeren, teloorgaan, tenietgaan, uitsterven, verrekken, verscheiden, versmachten - nastati, roditi segeboren worden, geboren zijn - betrekken, bewolken - carbonise, carbonize (en) - ohladiti se, rashladitiafkoelen - acalorarse, caldear, calentar (es) - carbonizar, carbonizarse (es) - zalediti sebevriezen, vriezen - kipeti, ključati, klxucyati, vretikoken, zieden - zapaliti seafbranden, branden, fikken, gloeien, opbranden, popelen, uitbranden - emaceratie, vermagering - verfransen - adelgazar, adelgazarse, enflaquecer, enflaquecerse (es) - zgusnuti sebinden, dikker maken/worden, verdikken - solvate (en) - reageren - postepeno se gubitiuitfaden, wegdraaien - prazniti seleeglopen, ontvolken - ispuniti, puniti seopstoppen, opvullen, plempen, volgieten, vollopen, volstromen, zich vullen - homogeniseren - homogeniseren - ukiseliti, zgrušaticoaguleren, kazen, klonteren, stremmen, uitvlokken - zgrušati secoaguleren, klonteren, samenklonteren, stollen, stremmen, uitvlokken, verdikken - fermentirati, fermentisati, ukiseliti se, vretigisten, schiften, verzuren, zuren - verinnerlijken - bezinken, neerslaan - verkalken - koksirati - carnify (en) - chondrify (en) - emulsify (en) - denitrify (en) - esterify (en) - eterificar (es) - thrombose (en) - otvoriti, otvoriti seontsluiten, open doen, openen, opengaan - zatvoriti sedichtgaan, dichtklappen, sluiten - sorb, take up (en) - ohladiti se, pribrati se, smiri se, smiriti, smiriti se, stisxati se, umiriti, umiriti seafkoelen, bedaren, dimmen, kalmeren, rustig worden, tot bedaren brengen, tot bedaren komen, tot rust komen - bloeien, gedijen, prospereren, tot bloei komen, voorspoed genieten, welvaren - osloboditiemanciperen, mondig verklaren, ontvoogden - petljati sein conflict raken met, werken - pretvoriti se u tečnostvloeibaar maken/worden - potpaliti, rasplamsati, upaliti se, zapaliti, zapaliti seaansteken, gaan branden, in brand raken, in rook opgaan, ontbranden, ontvlammen, opflakkeren, vlamvatten, vlam vatten, vuur vatten - otvoritiontgrendelen, ontsluiten, ontvouwen, opendoen, open doen, openen, openmaken, openvouwen, openzetten, uitvouwen[Spéc.]

zijpad - obrtkentering, ommekeer, ommezwaai, omslag, revolutie, wending[Dérivé]

tornar, volver (es) - draaien, omgaan, worden[Domaine]

overgaan (v.) • transformisati se (v.)

-