» 

diccionario analógico

oproepen, wekkendespertar, despertar a, despertarse - in slaap brengen, in slaap doen vallen, in slaap sussenadormecer, anestesiar, arrullar, dormir - aantasten, stemmen - aanhalen, verversenrefrescar - bemesten, bevruchten, inseminerenfecundar, fertilizar - indisponer - huilenllorar - etiolate (en) - animalise, animalize, brutalise, brutalize (en) - converteren, omvormen, omzetten, transformerenconvertir - opalise, opalize (en) - arterialise, arterialize (en) - krijgen, stemmenvolver - counterchange, interchange, transpose (en) - vascularise, vascularize (en) - decrepitate (en) - suburbanise, suburbanize (en) - radicaal veranderenrevolucionar - etioleren - barbarise, barbarize (en) - alkalinise, alkalinize (en) - mythiseren, mythizeren, mythologiseren, mythologizeren, mytiseren, mytologiseren, tot een myte maken, tot een mythe makenmitificar - allegorise, allegorize (en) - ontmythologiseren - brengenllevar - coarsen (en) - van invloed zijn opafectar, conmover, impactar - alchemise, alchemize (en) - alcoholise, alcoholize (en) - vormen, vormgevendar forma, formar, moldear - afrondenredondear - ophangen - versoberenaquietar, calmar, desintoxicar, desintoxicarse, serenar - reconstruct (en) - naar boven jagen, verhogenacrecentar, alzar, aumentar, elevar, extender, incrementar, subir - aligerarse, dejar de trabajar tanto - assimileren - dissimilate (en) - omzetten, wisselenconmutar - vitalise, vitalize (en) - deblokkeren, opschonen, schonen, vrijmakenaclarar, descongestionar, desobstruir, despejar, limpiar, quitar, recoger, retirar - aanwakkeren, activeren, opwekken, opwinden, prikkelen, prikkelendactivar - activate (en) - verticuteren - activate (en) - deactivate, inactivate (en) - afstompen, stillen, versuffenalelar, amortiguar, embotar, embrutecer, entontecer - herbouwen, ombouwen, overmaken, verbouwen, verspijkeren, vertimmeren - bezorgen, editen, monteren, redigeren, uitgevenpreparar - cut, edit, edit out (en) - chasten, subdue, tame (en) - chasten, moderate, temper (en) - beteren, beter maken, bijspijkeren, bijstellen, bijwerken, perfectioneren, vervolmakenmejorar, perfeccionar - erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwarenagravar, agravarse, agudizar, agudizarse, avivar, deteriorar, empeorar, hacer peor - begieten, gieten, natmaken, nat maken, plassen inmojar, mojarse - afdrogen, dehydreren, doen opdrogen, drogen, droogleggen, droogmaken, droogstoken, droogzetten, opdrogenenjugar, secar, secarse - lubricate (en) - harden, pantseren, versterken, wapenenfortalecer, fortificar, reforzar - fortify, lace, spike (en) - afzwakken, bagatelliseren, ondermijning, verslappen, verzwakkenablandar, flaquear, reblandecerse - blunt (en) - oxyderenoxidar, oxidarse - aaneensluiten, binden, een fusie aangaan, fuseren, fusioneren, groeperen, overgaan in, samenkomen, samenvloeien, scharen, uniëren, unificeren, uniformeren, verenigen, vervlakkenasociar, asociarse, combinar, fundirse, fusionar, fusionarse, juntar, juntarse, unificar, unificarse, unirse - doen verouderen, oud doen worden, verouwelijkenaviejar, aviejarse, envejecer, envejecerse - rijpen, volwassen wordenmadurar, sazonar - antiquate, antique (en) - antiquate (en) - gevormd, ontplooien, ontwikkelen, vormendesarrollarse - ablandar, dulcificar, enternecer, reblandecer, suavizar, temperar - aantasten, benadelen, beschadigen, blutsen, breken, butsen, deuken, doorbreken, duperen, havenen, indeuken, nadeel toebrengen, schade berokkenen aan, schaden, schade toebrengen, schenden, slecht zijn voorafectar, averiar, causar daño, causar daño a, causar daño en, causar perjuicio a, dañar, estropear, hacer daño a, ocasionar daño en, perjudicar a, romper, ser nocivo para - ossify (en) - acerbate (en) - stabiliseren, stabilizerenestabilizar, estabilizarse - destabiliserendesestabilizar - sensibilise, sensibilize, sensify, sensitise, sensitize (en) - desensitise, desensitize (en) - een gewoonte maken van, ergens bekend mee raken, geweest zijn, gewend zijn te, gewennen, gewoon zijn te, op dreef komen, vroeger gedaan hebben, wennen, zich aanwennenacostumbrar, acostumbrar a, acostumbrarse, acostumbrarse a, coger el ritmo/tranquillo, contraer el hábito de, estar acostumbrado a, habituar, habituarse a, soler, tener costumbre de, tener el hábito/la costumbre de, tener la costumbre de - in de war brengen, in de war maken, ontregelen, rommelen in, verknoeienalborotar, arruinar, desarreglar, desordenar, ensuciar, estropear, trastornar, turbar - decolorar, descolorar, descolorarse - inkleuren, kleuren, tintencolorar, colorear, pintar - vlekkencolorar, colorear, teñir - hue (en) - lelijk maken, verlelijkenafear - ontstemmen - afstellen, bijstellen, gelijkzetten, instellen, stellen, verstellenajustar, poner, poner bien, reajustar, regular - set (en) - ongeschikt makeninhabilitar - africhten, dresseren, drillen, tam maken, temmenadiestrar, amaestrar, amansar, contener, desbravar, domar, domeñar, domesticar, dominar, entrenar, someter - verbreden, verruimen, verwijdenampliar, ampliarse, dilatar, dilatarse, ensanchar, ensancharse - dehydrogeniserendeshidrogenizar - hydreren, hydrogeneren - oxygenise, oxygenize (en) - donkeren, duisteren, verdonkeren, verduisteren, zwart maken, zwart wordenennegrecer, oscurecer, volverse negro - helder maken, helder worden, oplichtenabrillantar, avivar, clarear, dar luz, enlustrecer, iluminar, proporcionar claridad - vervagen, wegdoezelendesdibujar, desdibujarse, difuminar, empañar, hacer borroso, velarse - gedeeltelijk verborgenoscurecer - aan het gezicht onttrekken, uitwissen, verschansen, verschuilen, wegkruipenborrar, hacer borroso, obliterar, tapar - koken - afslanken, lijnen - rajarse, resquebrajarse - dismiss, dissolve (en) - afbreken, afsluiten, beëindigen, besluiten, een einde maken aan, eindigen, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, verijdelenacabar, acabar con algo, acabarse, concluir, dar fin a, dar término a, finalizar, finir, poner fin a, poner fin a algo, poner punto final, terminar, terminarse - defog, demist (en) - concentrate, condense, contract (en) - afkoelen, bekoelen, koelen, verkoelencongelar, congelarse, enfriar, enfriarse, refrescar - opwarmen, verhitten, verwarmen, warmencaldear - opwarmen, stoken, verhitten, verwarmen, warmencaldear, caldearse, calentar, calentarse, recalentar, recalentarse - aan de kook brengen, koken, opkokencocer, hacer hervir, hervir - bevriezen, invriezen, vriezencongelar, congelarse, fraguar, helar, helarse - blaren veroorzaken, krijgenformar ampollas, formar ampollas/burbujas - omschakelen, switchen - altereren, omzetten, transponeren - herleiden, overgaan, overschakelen, overspringen, overstappen - transform (en) - transform (en) - transform (en) - transmuteren - aanpassen, metamorfoseren, omtoveren, transmuteren, veranderencambiar, demudar, transformar, transformarse, transmutar, trasmutar - ash (en) - metamorfoseren, omvormen, transformeren - beterenregenerar - bekeren, converterenconvertir - Islamise, Islamize (en) - omkeren, overhoophaleninvertir - invert (en) - op bestelling makenhacer a medida - persoonlijk opvattenhacer alusiones personales, personalizar - verzakelijkendespersonalizar, hacer impersonal - sharpen (en) - dalenbajar, engravecer, hacer grave - disintegrate (en) - magnetiserenmagnetizar - demagnetiseren, ontmagnetiserendesimantar - eenvoudig voorstellen, simplificeren, vereenvoudigen, vergemakkelijken, versimpelenesquematizar, simplificar - compliceren, doorborduren, voortbordurencomplicar - refine (en) - compliceren - pressurise, pressurize, supercharge (en) - centraliseren, centralizeren, samentrekkencentralizar, concentrar, reunir en un centro - decentraliseren, decentralizerendescentralizar, descentralizarse - socialise, socialize (en) - aangorden, gereedmaken, installeren, instrueren, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden, warmdraaien, zorgen voorarreglar, asegurar el porvenir, organizar - internationaliseren - bolshevise, bolshevize, communise, communize (en) - europeaniseren, vereuropesen - europeaniseren, vereuropesen - verdierlijken - amerikaniseren, veramerikaansenamericanizar - verfransen - beschaven, civiliseren, civilizerencivilizar - nationaliseren, nationalizeren, socialiserennacionalizar - denationaliseren, denationalizeren, privatiserendesnacionalizar - naturaliseren, naturalizerennacionalizar, naturalizar - denaturaliseren - naturaliseren - denaturalise, denaturalize (en) - igualar, nivelar - egaliseren, egalizeren, gelijk makencompensarse, igualar - opstijven, verstevigenatiesar - losdoen, losdraaien, losgaan, loskrijgen, loslaten, losmaken, losnemen, losser maken, lostrekken, verslappen, vrijlatenaflojar, desapretar, desatar, despegar, desprender, liberar, quitar, relajar, separar, soltar - aandraaien, dichtknopen, spannen, strakker doen worden, verstevigenajustar, apretar, cerrar herméticamente, estirar, tensar - transitivise, transitivize (en) - detransitivise, detransitivize, intransitivise, intransitivize (en) - aandikken, binden, verdikkencoagular, cuajar, cuajarse, densificar, densificarse, engruesar, espesar - full (en) - diversifia aren, diversifiërendiversificar - verschalen, verslaan - check, delay, retard (en) - beknibbelen, beknibbelen op, besnoeien, gereduceerd, korten, minderen, reduceren, snoeien, terugbrengen, verkleinen, verminderen, verminderen metamenguar, aminorar, apocar, bajar, bajar con, cercenar, disminuir, podar, recortar, reducir - uitpersen, vloeibaar makenlicuar, liquidar - solvate (en) - dissolve (en) - validerenvalidar - nietig verklaren, ongeldig maken, ongeldig verklarendeclarar nulo, invalidar - ledigen, leeghalen, leegmaken, legen, opdrinken, opzuipen, uithalen, uitpompendesaguar, desalojar, descargar, evacuar, vaciar, vaciarse, verter, verterse - aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullenacabar de llenar, colmar, henchir, llenar - verzadigen - clot, coagulate (en) - louden (en) - normaliseren - morph (en) - neutralise, neutralize (en) - commercialiseren, commercializeren, te koop aanbieden, vercommercialiseren, vercommercializerencomercializar, ofrecer en venta, poner al mercado, poner en venta - flocculeren, purificeren, purifiëren, reinigen, zuiverenpurificar, santificar - mechanise, mechanize (en) - automatiseren, automatizerenautomatizar - automatise, automatize (en) - mechanise, mechanize (en) - accorderen, afstemmen, harmoniëren, harmoniseren, in harmonie brengen, samenklinkenarmonizar, concordar, congeniar - polarise, polarize (en) - transfigureren, verheerlijkenensalzar, glorificar, idealizar - opwerkenadulterar, contaminar - devalueren - insulate (en) - calcificar, calcificarse - geürbaniseerd, industrialiseren, urbaniseren, verstedelijken - urbanise, urbanize (en) - emulsionar - demulsify (en) - decarboxylate (en) - nazify (en) - bemesten, mesten - klaren - aangeven, aanwijzen, bevlekken, bevlekt worden, kenmerken, markeren, merkenmarcar, poner una señal, señalar - barb (en) - nick (en) - buiten werking stellen, diskwalificeren, onbruikbaar makendesenchufar, inutilizar, poner fuera de servicio - in staat stellenpermitir - de-emphasise, de-emphasize, destress (en) - mals makenablandar - charge (en) - veraangenamen, verzachten, verzoeten, zoetenamenizar, azucarar, confitar, confitarse, dulcificar, dulcificarse, edulcorar, endulzar, endulzarse, paliar - iodinate (en) - ionate (en) - archaïserenarcaizar - inform (en) - officialise, officialize (en) - verwesteren, verwestersenoccidentalizarse - orientalise, orientalize (en) - acetylate, acetylise, acetylize (en) - achromatise, achromatize (en) - collimate, parallel (en) - camp (en) - klassiek makendestacar clasicismo - conventionalise, conventionalize (en) - decimalise, decimalize (en) - duizelig makendar vértigo, marear - vergiftigenemponzoñar, envenenar - veruiterlijken - aantrekkelijk makenembellecer, volver atractivo - introvert (en) - laïciseren, seculariserenlaicizar - politiseren, politizeren, verpolitiekenpolitizar - proof (en) - romanticise, romanticize (en) - rusticate (en) - sauce (en) - shallow, shoal (en) - spannenatesar, estirar, estirarse, tesar - steiler wordenvolverse más empinado - scrambelen, vervormenbloquear, cifrar, codificar - ontcijferen, verstaandescifrar, descodificar - unsex (en) - verglazenvitrificarse - pall (en) - saponify (en) - expand, extend (en) - set aside, suspend (en) - bemodderen, vertroebelenenlodar, enlodazar, ensuciar de barro, enturbiar, llenar de barro - transform (en) - opheffen, verheffen, verhogenascender, levantar - ruw maken, ruw worden, verruwencurtir, embrutecer, embrutecerse, enrudecerse, volverse grosero - dinge (en) - demonizar - devilise, devilize, diabolise, diabolize (en) - vergeestelijken - immaterialise, immaterialize, unsubstantialise, unsubstantialize (en) - animate, animise, animize (en) - opschonen, schonenaclarar, clarificar, desatacar, desbrozar, descombrar, descongestionar, desobstruir, despejar - dynamise, dynamize (en) - dynamise, dynamize (en) - rarefy, sublimate, subtilize (en) - evaporeren, verdampen, vervliegen, vervluchtigenvaporizar, vaporizarse, volatilizarse - uniformise, uniformize (en) - symmetrisch makensimetrizar - vereeuwigeninmortalizar - denatureren - denatureren - denature (en) - sanitise, sanitize (en) - usar verbos - mudar - sputter (en) - draw (en) - make (en) - dope (en) - prostrate (en) - excite (en) - energise, energize, excite (en) - shake (en) - outmode (en) - spice, spice up (en) - shorten (en) - think (en) - make (en) - deflate (en) - inflate (en) - reflate (en) - digitaliserendar valores numéricos - gelatinise, gelatinize (en) - recombine (en) - effeminise, effeminize, feminise, feminize, womanize (en) - masculinise, masculinize, virilise, virilize (en) - masculinize (en) - disharmonize, dissonate (en) - sexualise, sexualize (en) - schematiseren, schematizerenesquematizar - patent (en) - constitutionalise, constitutionalize (en) - rationalise, rationalize (en) - plastificerenplastificar - rarefy (en) - heiden makenpaganizar - incandesce (en) - deaminate, deaminize (en) - angulate (en) - circularize (en) - sensitise, sensitize (en) - sensitise, sensitize (en) - depolariserendespolarizar - intensify (en) - isomerise, isomerize (en) - legitimate (en) - evaporate, vaporise, vaporize (en) - industrialiseren, industrializerenindustrializar - opacify (en) - opsonize (en) - militarise, militarize (en) - nationalise, nationalize (en) - recommend (en) - sentimentalise, sentimentalize (en) - solemnise, solemnize (en) - territorialise, territorialize (en) - transaminate (en) - glorify, spiritualize, transfigure (en) - unsanctify (en) - vesiculate (en) - visualise, visualize (en) - mottle, variegate (en) - ventilate (en) - vivify (en) - vulgarise, vulgarize (en) - supple (en) - professionaliseren, professionalizerenprofesionalizar - smut (en) - still (en) - weaponize (en) - confundir - moderate, tame, tone down (en) - benevelen, overschaduwen, verbijsteren, verduisteren, verwarrenobcecar, ofuscar, oscurecer - synchronise, synchronize (en) - matigenmoderar - militariseren, militarizerenmilitarizar - afketsen, afspringen, afstuitenderribar, echar abajo, romper - aanzetten, mesten, vetmestencebar, cebarse, engordar, engordarse, sainar - knoeienentrometerse, entrometerse, meterse, meterse, tocar - afstompen, dof makenarromar, deslucir, deslustrar, empañar - bot makenarromar, desafilar, despuntar, embotarse - scherpen, slijpenafilar, agudizar, aguzar, amolar, sacar punta a - coarsen (en) - losmaken - losmaken - besnaren, bespannen, snaren aanbrengenencordar - enderezar, erguir, levantar - bring (en) - alliëren, amalgameren, legeren, mêleren, mengen, mixen, samendoen, samengaan, samensmelten, samenvoegen, synthetiseren, unificeren, uniformeren, verenen, verenigen, vermengen, vervlakken, zich mengenamalgamar, amalgamarse, fusionar, fusionarse, mezclar, mezclarse, mixturar, reunir, unificar, unificarse, unirse - belasten, drukken, laden, opladen - colocar, poner, situar - doen, kuisen, opdoen, opruimen, reinigen, reinigend, schoonmaken, wegruimenlimpiar, limpiar a fondo - bekladden, besmetten, bevuilen, vuilmakenemporcar, emporcarse, enmugrecer, ensuciar, ensuciarse, macular, manchar, pringarse, tiznar - depress, lower (en) - deform (en) - break, break up (en) - veranderen - aankleden, bewerken, decoreren, opgesmukt, opluisteren, opsieren, opsmukken, optooien, optuigen, ornamenteren, tooien, verfraaiendecorar, embellecer, ornamentar, ornar - humaniseren, vermenselijkenhumanizar - vernederenapocar, humillar - vervreemdenenajenar - right (en) - bedwelmen, benevelen - deodoriseren, desodoriserendesodorizar - ontwikkelenrevelar - desdibujar, desdibujarse, difuminar, difuminarse, empañar, empañarse - verblinden - cambiar la intensidad - cambiar de gusto - capture (en) - verlenenaportar, contribuir, dar, donar, dotar de - rehabilitar, restablecer, restaurar - liberaliseren - bestraffen, compenseren, goedmaken, vergoeden, verzoenencompensar, corregir - democratiserendemocratizar - neutralize (en) - corrumperen, perverteren, verliederlijkencorromper, pervertir - loosen, relax (en) - flocculate (en) - turn (en) - cohere (en) - overladen, overplaatsen, overplanten, transporterentransbordar, transferir, transportar, trasladar - betrekken, donkeren, duisteren, schemeren, versomberenamortiguar, entenebrecer, mitigar, oscurecer - abrillantar, enlustrecer, lustrar - soften (en) - shade (en) - ophouden, retarderen, vertragenaminorar el paso, ir más despacio, reducir la velocidad - accelereren, optrekken, sjezen, sneller gaan, vaart krijgenacelerarse, ir cobrando velocidad - embrittle (en) - bubble (en) - radicalize (en) - eroticize, sex up (en) - piggyback (en) - port (en) - lifehack (en) - cloud (en) - substitueren, terugleggen, vervangenreemplazar, substituir, sustituir - unify, unite (en)[Spéc.]

action de faire devenir, action de rendre (fr)[Nominalisation]

aanpassing, alteratie, verandering, wijzigingcambio, modificación - accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijzigingmodificación, reciclaje - verandering - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijzigingalteración, cambio, modificación - changer, modifier (en) - verandering - veranderingcambio - wijzigbaar - alterable (en)[Dérivé]

alterar (v.) • cambiar (v.) • cambiarse (v.) • helpen (v.) • modificar (v.) • veranderen (v.)

-