Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
poner una inyección — een injektie geven; een spuitje geven; een injectie geven[ClasseParExt.]
immuniser (fr)[Classe]
(vacunación), (vacuna) — (vaccinatie; inenting), (entstof; vaccin)[termes liés]
medicine (en)[Domaine]
TherapeuticProcess (en)[Domaine]
inyectar — injecteren, injiciëren, inspuiten, prikken[Hyper.]
vacuna — entstof, vaccin[GenV+comp]
inoculación, vacuna, vacunación — inenting, inoculatie, inokulatie, koepokinenting, pokkeninenting, pokkenprik, vaccinatie - inoculating, vaccinating (en) - inmunización — immunisatie, immunisering, inenting, inoculatie, vaccinatie - vacuna — antiserum, entstof, koepokstof, pokstof, serum, vaccin, vaccine - inoculator, vaccination drill, vaccinator (en) - vaccination (en)[Dérivé]
medicina — artsenij, artsenijleer, geneeskunde, geneeskunst, medicijn, medicijnen[Domaine]
vacunación — inenting, vaccinatie[Nominalisation]
revacciner (fr)[A Nouveau]
vaccinating (en)[Qui~]
inoculator, vaccination drill, vaccinator (en)[PersonneQui~]
inoculación, vacuna, vacunación — inenting, inoculatie, inokulatie, koepokinenting, pokkeninenting, pokkenprik, vaccinatie - inoculating, vaccinating (en) - inmunización — immunisatie, immunisering, inenting, inoculatie, vaccinatie - vacuna — antiserum, entstof, koepokstof, pokstof, serum, vaccin, vaccine - vaccination (en) - vacuna — entstof, vaccin[Dérivé]
gevaccineerd (v.) • immuniseren (v.) • inenten (v. trans.) • inmunizar (v.) • inocular (v.) • inoculeren (v. trans.) • vaccineren (v. trans.) • vacunar (v. trans.)
-