Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
aliviar, ayudar — helpen, helpen verminderen, meehelpen, uithalen[Hyper.]
cura, remedio — huismiddel, huismiddeltje, kuur, remedie - curador, sanador, terapeuta — genezer, heler, psychotherapeut, strijker, strijkers, therapeut, therapeute - curable (en) - curativo, de recuperación, de rehabilitación, terapéutico — curatief, genezend, heilzaam, kuratief, therapeutisch[Dérivé]
asistir, atender a, cuidar, cuidar a, cuidar de, mirar por, ocuparse de, tratar — behandelen, oppassen, opvangen, saneren, verplegen, verzorgen, zich ontfermen over, zorg dragen voor, zorgen voor - medicina — artsenij, artsenijleer, geneeskunde, geneeskunst, medicijn, medicijnen[Domaine]
recuperarse, restablecerse[Spéc.]
cura, remedio — huismiddel, huismiddeltje, kuur, remedie - curador, sanador, terapeuta — genezer, heler, psychotherapeut, strijker, strijkers, therapeut, therapeute - curable (en)[Dérivé]
curar (v.) • cureren (v.) • genezen (v.) • helen (v.) • kuren (v. intr.) • remediar (v.) • remediëren (v.) • sanar (v.)
-