» 

diccionario analógico

congé; verlof; vacantie; vakantie; recesBeurlaubung; Urlaub; Ferien[ClasseHyper.]

afwezigheidAbwesenheit[Classe]

(viering; vreugdefeest)(Gesellschaft; Feier; Feierlichkeit; Fest)[termes liés]

(leerling; scholier; scholiere; schoolmeisje; schooljongen), (strafwerk), (onderwijzer; onderwijzeres; meester; schoolmeester; leermeester)(Schüler; Schülerin; Schulmädchen), (Strafarbeit), (Grundschullehrer; Grundschullehrerin; Lehrer; Lehrerin; Schullehrer; Schulmeister; Volksschullehrer; Lehrmeister)[termes liés]

(autorisatie; autorizatie; machtiging; vergunning; toestemming; verlof; permissie), (verlofbrief; pas; paspoort)(Permission; Autorisation; Bevollmächtigung; Erlaubnis; Ermächtigung; Genehmigung; Genehmingung; Bevollmächtigung; die Genehmingung), (Erlaubnisschein; Paß)[termes liés]

free_time (en)[Domaine]

Vacationing (en)[Domaine]

periode, tijd, tijdruimte, tijdsafstand, tijdsduur, tijdsruimte, tijdsspanne, tijdsverloopSpanne, Strähne, Weile, Zeitaufwand, Zeitrahmen, Zeitraum, Zeitspanne[Hyper.]

Arbeitszeit, Werkzeit[Ant.]