Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
plasregen; stortregen[ClasseHyper.]
(drift; nijdigheid; kwaadheid; woede), (woest)[Caract.]
hemelwater, neerslag, regen, regenbui, regengordel, regenval, regenzone[Hyper.]
doordrenken, doorweken, dopen, drenken, indompelen, indopen, inweken, marineren, slempen, weken - doen overstromen, inunderen - bedelven, bedolven, bestormen, doodgooien, overladen, overspoelen, overstelpen, overstromen - gieten, hozen, kletteren, pijpenstelen regenen, pijpestelen regenen, plasregenen, plensregenen, plenzen, regenen dat het giet, sausen, slagregenen, storten, stortregenen, striemen, zeiken - torrential (en)[Dérivé]
arche de Noé (fr) - diluviaal - Noach , Noë - animaux de la Création (fr) - Ararat, Mount Ararat, Mt. Ararat (en)[Thème]
ombrophile (fr) - doordrenken, doorweken, dopen, drenken, indompelen, indopen, inweken, marineren, slempen, weken - doen overstromen, inunderen - bedelven, bedolven, bestormen, doodgooien, overladen, overspoelen, overstelpen, overstromen - gieten, hozen, kletteren, pijpenstelen regenen, pijpestelen regenen, plasregenen, plensregenen, plenzen, regenen dat het giet, sausen, slagregenen, storten, stortregenen, striemen, zeiken[Dérivé]
bui (n.f.) • hoos (n.f.) • hoosbui (n.) • luierbroekje (n. neu.) • plasregen (n.m.) • plensbui (n.f.) • plensregen (n.m.) • regen (n.m.) • regenbui (n.f.) • regenval (n.m.) • stortbui (n.f.) • stortregen (n.m.) • waterhoos (n.f.) • watervloed (n.m.) • wolkbreuk (n.m.) • zondvloed (n.m.)
-