» 

diccionario analógico

aquanaut, oceanaut (en) - aëronaut, aviateur, ballonvaarder, luchtvaarder, piloot, vliegenier, vliegenierster, vlieger, vliegster - bakker - aëronaut, aëronaute, ballonvaarder, ballonvaarster, luchtschipper, luchtvaarder, luchtvaarster - slachter, slager - calligraaf, calligrafe, kalligraaf, kalligrafe, schoonschrijfster, schoonschrijver - slanker, uitvinder - cuisinier, keukenmeid, keukenprinses, kok, kokkin - ambachtsman, ambachtsvrouw, bakkersknecht, handwerksman, vakman - bemanningslid, opvarende, schepeling - coupeur, coupeuse, hakker, snijder - mondhygiënist, mondhygiëniste - opsteller, tekenaar - stoffenverver, verver - krantenredacteur, red., redactrice, uitgeefster, uitgever, uitgeverij - electricien, electromonteur, elektricien, elektromonteur - graveur, plaatgraveur - aesthetician, esthetician (en) - visser, vissersboot, vissersvrouw - fundador (es) - opsteller - galvaniser, galvanizer (en) - vergulder - grip (en) - harpooneer, harpooner (en) - jachtmeester, jachtpaard, jager, jageres, jagermeester, opjager - catalogador (es) - film laminator, laminating machine, laminator (en) - lobsterman (en) - sasmeester, sluismeester, sluiswachter - begrafenisondernemer, lijkbezorger, uitvaartleider - mounter (en) - ambtenaar, ambtenares, beambte, commissaris, functionaresse, functionaris, funktionaresse, funktionaris, magistraat, officiaal, officier, overheidsdienaar, regeringsfunctionaris, rijksambtenaar, staatsambtenaar, staatsbeambte, staatsdienaar - olieboer - brillenmaakster, brillenmaker, opticien, opticienne - huisschilder, schilder - perfecter (en) - plaiter (en) - pleisteraar, pleisterwerker, raper, stucwerker, stukadoor - caballo de segunda categoría, chapista, dorador, niquelador, plateador (es) - power-station worker, power worker (en) - drukker, printer, typograaf - cameraman, filmoperateur, operateur - raffineermachine - restaurateur, restuarateur - mecanicien, monteur, onderhoudsman, reparateur, technieker - klinker, klinkhamer - router (en) - dekzwabber, janmaat, jantje, maat, matroos, pekbroek, pikbroek, varensgast, varensman, zeeman, zeevaarder, zeiler - krijgslieden, krijgsman, krijgsvolk, militair, soldatenvolk - esquilador (es) - skinner (en) - hoefsmid, metaalarbeider, metaalarbeidster, smid - metaalarbeider, metaalbewerker, smid - technicus, technieker - afstemeenheid, afstemmer, intoneur, pianostemmer, stemmer, tuner - bankwerker, draaier - turtler (en) - voicer (en) - curing pan, vulcaniser, vulcanization pan, vulcanizer (en) - wallpaperer, wall-paperer (en) - wireman, wirer (en) - ciocănaş (ro) - tellak (tr) - σουβλατζής (el) - armorer, armourer (en) - fumigator (en) - phlebotomist (en)[Spéc.]

vakarbeider (n.m.) • vakarbeidster (n.f.) • vakman (n.m.) • vakvrouw (n.f.)

-