Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
personne qui se promène à pied (fr)[Classe]
personne curieuse du spectacle de la rue (fr)[Classe]
personne qui visite, voyage pour oberver (fr)[Classe]
peão, pedestre — loper, voetganger, voetgangster, wandelaar[Hyper.]
passear, vaguear — kuieren, rondwandelen, slenteren, uitlaten, wandelen - fazer cera, levar o seu tempo — beiden, de tijd nemen, dralen, dreutelen, lijmen, lijntrekken, neutelen, talmen, teuten, treuzelen, tutten - aan de wandel zijn, een ommetje maken, een wandeling maken[PersonneQui~]
deambular, passear, vaguear — drentelen, flaneren, kuieren, rondslenteren, slenteren, vertreden, wandelen - passear, vaguear — kuieren, rondwandelen, slenteren, uitlaten, wandelen[Dérivé]
caminhante (n.) • cavalo que anda a passo lento (n.) • esquipador (n.) • passeante (n.m.) • wandelaar (n.m.) • wandelaarster (n.f.)
-