» 

diccionario analógico

honkballer, honkbalspeelster, honkbalspeler, honkbalsterBaseballer, Baseballerin, Baseballspieler, Baseballspielerin - biljarter, biljartspeelster, biljartspelerBillardspieler, Billardspielerin - bowler, jeu de boules spelenBoule spielen, Bowls-Spieler - kaarter - schaakspeler, schaakster, schakerSchachspieler, Schachspielerin - jugador de dardos (es) - rugbyspeler, voetballerKicker - golfer, golfspeelster, golfspelerGolfspieler, Golfspielerin - gran maestro (es) - hockeyer, hockeyspeelster, hockeyspeler, hockeyster, ijshockeyer, ijshockeyspelerEishockeyspieler, Hockeyspieler, Hockeyspielerin - lacrosse player (en) - most valuable player, MVP (en) - pool player (en) - doelpuntenmaakster, doelpuntenmaker, scoren, tellerAnschreiber, Torschütze - geplaatstgesetzt - serveerderAufschläger - shooter (en) - voetballer, voetbalspeelster, voetbalspeler, voetbalsterFußballer, Fußballerin, Fußballspieler, Fußballspielerin, Kicker - stringer (en) - tennisser, tennisspeelster, tennisspeler, tennissterTennisspieler, Tennisspielerin - volleyballer, volleybalspeelster, volleybalspeler, volleybalsterVolleyballspieler, Volleyballspielerin - baci (ro) - playmaker (en)[Spéc.]

meespelen, spelen, sporten, uitkomen, verspelenantreten, spielen, zocken[Dérivé]

speler (n.) • Spieler (n.m.) • Spielerin (n.f.)

-