principiante - leerjongen, leermeisje, stagiair, stagiaire — aprendiz, estagiário - beginneling, broekje, groene, groentje, leeuwtje, melkmuil, nieuwkomer, vlasbaard — novato, Rookie - hombre de tierra, marinero de agua dulce (es) - feut, neofiet, neomist, nieuweling, nieuwelinge, noviet, starter — iniciante, novato - bisoño, pardillo, pipiolo (es) - practicant, trainee — estagiária - băiat (ro)[Spéc.]

aan het werk gaan, aanvangen, beginnen, beginnen te, inzetten, openen, opstarten, starten, zich zetten aan — atirar-se ao trabalho, começar a, iniciar, passar a - initiëren, inwijden — iniciar[Dérivé]

aprendiz (n.) • beginneling (n.m.) • beginner (n.m.) • broekje (n.) • debutant (n.m.) • groene (n.) • groentje (n. neu.) • iniciante (n.) • leerling (n.) • melkmuil (n.) • nieuweling (n.m.) • nieuwkomer (n.m.) • novato (n.) • novice (n.) • noviço (n.) • principiante (n.) • vlasbaard (n.)